Even na middernacht werd Vlissegem opgeschrikt door een enorme slag op het stuk land tussen de hoeves van de landbouwers Bodez en Demeulenaere. De volgende voormiddag werden uit de nog smeulende wrakstukken vijf zwaar verminkte lijken geborgen door de Duitsers, en overgebracht naar het lijkenhuisje van Vlissegem. De hele buurt werd onderzocht naar een zesde bemanningslid, maar zonder resultaat.

Een viertal dagen later zijn de vijf bemanningsleden met militaire eer in het bijzijn van een Duitse aalmoezenier en de pastoor begraven op het gemeentelijk kerkhof. Na een korte toespraak door de aalmoezenier, vuurden Duitse soldaten die een erehaag vormden een salvo, waarna de doden ter aarde werden besteld.

Na een tiental dagen werden de wrakstukken door de Duitsers weggehaald, en vonden ze onder het puin het zesde slachtoffer. Het kreeg op dezelfde manier als zijn strijdmakkers een laatste eer toegewezen. Het was de bemanning van de Wellington X3697 van het 156 Sqdn die die nacht door de kustflak neergehaald werd (de Canadese piloot P/O Allan Griffith, co-piloot Sgt Oliver East, waarnemer Sgt Roy Willingham, radiotelegrafist Sgt Graham Randall, 20 j. en de boordschutters Sgt Alexander Digby, 20 j. en Sgt Eric Stevens, 31 j.).