Bij Ancerville (Frankrijk) werd Avro Lancaster III GT-Q PA984 van 156 Squadron tijdens het bombardement op Revigny neergehaald door een Ju-88 van het 1/NJG 2. Boordmecanicien was luitenant-vlieger (Flying Officer) D.F.C. Fernand Debrock (°28 december 1907 Oostende).

De eerste operatie van Bomber Command in het oorlogsjaar 1944 ging in de nacht van 1/2 januari weer richting Reichshauptstadt, Berlijn. Bij de terugkeer liep de route over Zuid-België, waar de nachtjagers van de I./NJG 4 de vermoeide bemanningen opwachtten. Vooral boven de provincie Henegouwen ontwikkelden zich enkele heftige luchtgevechten.

Omstreeks 1 u. liet een bommenwerper in nood zijn lading vallen boven Lier. Mogelijks was het een overwinning op naam van Uffz Frank van de 2./NJG 1. Enkele seconden later sloeg ook de Lancaster tegen deze aarde. De ravage in de Lierse tuinwijk was groot:  twintig huizen werden vernield, één burger kwam hierbij om het leven, tien anderen raakten gewond. Het was de Lancaster ED840 van 156 Squadron die Keulen niet bereikt had. Deze Lanc was één van de drie verliezen die het squadron die nacht leed.

Het bombardement op Nuremberg zou belangrijk worden voor de geloofwaardigheid van het 'Pathfinder'-principe. De bemanningen kregen opdracht de stad vanop lage hoogte aan te vliegen en te markeren. De 'Pathfinders' meenden dat ze hierin slaagden en dropten voor de eerste maal hun 'target-indicators', doelmarkeerbommen die eigenlijk omgebouwde 250-pounders waren. De 21-jarige Flight Lieutenant William Gilmour was één van de meest ervaren bombardementspiloten die aan deze raid deelnamen. Het was zijn 47ste missie. Zijn omvangrijk palmares leverde hem reeds het Distinguished Flying Cross op.

De bemanning  van F/Sgt Fred Harker, 20 jaar oud en op zijn 29ste missie, ging verloren. Hierna zou hij nog een operatie moeten vliegen en dan zou hij zijn 'tour' volbracht hebben. Maar zo ver kwam het die nacht niet. In de buurt van Leuven werd de Wellington X3798 aangevallen. De staartschutter, Sgt F.J. D'Arcy, Sgt J.B.T. Weaver en F/Sgt K.E. Morrison RCAF wisten net op tijd het vege lijf te redden. Morrison zou zich later herinneren dat zijn piloot, Fred Harker, vanachter de stuurknuppel naar beneden keek in de romp.

Omstreeks elf uur kozen de Wellingtons van het 156 Squadron vanop Alconbury het luchtruim. Om 1u.55, op de heenvlucht naar het doelwit Mainz, werd het toestel met serienummer Z1595 ten oosten van Namen neergehaald. De bemanning trachtte nog in extremis de bommenlading  te droppen. Deze vielen niet ver vanwaar de Wellington en haar zeskoppige bemanning neerkwamen. Aan boord waren  Squadron Leader James Beavis (28 jaar, piloot), Sgt Allan Wise (22 jaar, tweede piloot), F/Sgt Norman Spark (21 jaar, waarnemer), Sgt Henry D.

Bij de Brabantse gemeenten Meise-Brussegem stortte om 1u50 de Wellington DV786 van het 156 Sqdn neer.  Ook hier tellen we vijf slachtoffers, het waren allemaal sergeanten : piloot Patrick Powell, zijn waarnemer Ernest Chadwick (25 j.), de radiotelegrafisten/boordschutters Thomas Cudworth (21 j.) en Thomas Kehoe (22 j.) en de boordschutter Leonard Johnson.

Even na middernacht werd Vlissegem opgeschrikt door een enorme slag op het stuk land tussen de hoeves van de landbouwers Bodez en Demeulenaere. De volgende voormiddag werden uit de nog smeulende wrakstukken vijf zwaar verminkte lijken geborgen door de Duitsers, en overgebracht naar het lijkenhuisje van Vlissegem. De hele buurt werd onderzocht naar een zesde bemanningslid, maar zonder resultaat.