Wellington HE347 te 's Gravenwezel

Een andere Duitse eenheid die die nacht boven ons land actief was, was de I./NJG 3, waarvan we vermoeden dat deze op Sint-Truiden gestationeerd stond. Uffz Rudolf Frank onderschepte de Wellington HE347 ‘SM-F’ van het 305 ‘Masovian’ Squadron, welke die avond om 23.15u. van Hemswell was opgestegen en om 01.24u. te ‘s Gravenwezel neerstortte. Aan boord bevonden zich vijf Polen: Sgt S.K. Szpalinski, de piloot, 30 j.; P/O S. Gasecki, navigator ; Sgt A. Fried, bommenrichter; Sgt R.M. Raczkowski, radiotelegrafist, en Sgt Leopold B. Makarski, de staartschutter, 24 j. Van deze vijf vliegeniers sneuvelden er twee, werden er twee krijgsgevangen genomen en kon er één, P/O Gasecki, een student, ontsnappen. Het verslag dat hij na zijn aankomst in Londen op 2 september 1943 liet opmaken, geeft ons een duidelijk beeld van wat zich die laatste minuten aan boord van de Wellington ‘SM-F’ afspeelde:

“De Wellington kruiste de Belgische kust ter hoogte van Walcheren op 19 000 voet, zowat 10 mijlen ten zuiden van de route en vier minuten voorop het schema. De koers werd berekend opdat men ten noorden van Antwerpen zou vliegen, om zo de flak aldaar te vermijden. De piloot bleef maar klimmen, terwijl hij voortdurend heen en weer bewoog om de nachtjagers te ontwijken.

Omstreeks 01.08u. riep de piloot dat een zoeklicht de koers van de Wellington volgde, alsof het een nachtjager wilde helpen. Onze captain begon meteen met het toestel wild heen en weer te slingeren, hoewel het zoeklicht het vliegtuig niet kon te pakken krijgen.

Zowat 30 seconden later rapporteerde de staartschutter dat we werden aangevallen door een nachtjager met een wit licht in de neus gebouwd. Hij gaf niet de exacte positie van de aanvaller, maar riep “evasive action”. De piloot draaide scherp naar bakboord en de jager vloog ons voorbij, de staartschutter vuurde in zijn richting.

Zowat 10-15 seconden later schreeuwde de staartschutter dat we opnieuw werden aangevallen, en het was dan dat onze Wellington geraakt werd. Ik zag de gensters van kogels de romp en bakboordvleugel inslaan. Haast onmiddellijk brak een grote brand uit in de stuurboordvleugel en ik ben ervan overtuigd dat de tanks geraakt werden. Enkele seconden later rapporteerde de staartschutter dat zijn geschutstoren onbruikbaar was, maar ik weet niet of hij al dan niet gewond was. Op datzelfde moment begon de Wellington te duiken, haast verticaal. Ik zag hoe de piloot de machine uit die duikvlucht trachtte te trekken, maar tevergeefs. Hij schreeuwde “Bereid je voor tot springen. Ik verlies controle over het stuur”. De radiotelegrafist, die in de astrodome stond, ging naar voor om de piloot te helpen, alsook de bommenrichter die vooraan zat.

Ik klikte mijn parachute aan m'n harnas, trok mijn vliegkap af en ging naar achter om de staartschutter te helpen. Maar de gepantserde deuren waren gesloten en blijkbaar geblokkeerd en ik  slaagde er niet in de staartschutter te bevrijden. Intussen opende de bommenrichter het ontsnappingsluik. Ik denk dat hij licht panikeerde want het duurde wel 12 tot 15 seconden.

De bommenrichter, gevolgd door de radiotelegrafist, sprongen succesvol, gevolgd door mij. Op het moment ik de Wellington verliet ging het toestel over in een geweldige tolvlucht en ik denk dat de bakboordvleugel afbrak.

Hoedanook, ik  slaagde erin eruit te komen, voeten eerst, en viel meteen naar omlaag. Ik voelde een sterke luchtstroom. Ik viel zowat een minuut naar omlaag tot  ik gegrepen werd door een blauw zoeklicht. Ik zag de bommenrichter, eveneens gegrepen, naar beneden drijven op zowat 100 voet. Ik maakte een comfortabele landing in een maïsveld op zowat 10 mijlen te noorden van Antwerpen. Ik  zag de Wellington hevig branden op de grond op zowat 250 meter.

Voor de piloot, Sgt Szpalinski, en de staartschutter, ging het allemaal te vlug. Zij vonden de dood en werden te ‘s Gravenwezel in een gemeenschappelijk graf ter aarde besteld. Na de oorlog werden hun resten naar het Schoonselhof gebracht. De twee overigen, Sgt Raczkowski, de radiotelegrafist, en Sgt Fried, de bommenrichter, werden krijgsgevangen genomen (resp. Stalag 4B Mühlberg en Stalag Luft 6 Heydekrug).  We blijven nog even stilstaan bij de belevenissen van P/O Jozef Gasecki:

“Ik landde in een maïsveld op zowat 250 meter van ons brandend toestel dat helemaal vernield was. Aangezien een halve mijl daarvandaan een zoeklichtbatterij was, liet ik mijn valscherm in het veld (mijn naam stond op de parachute) en ik begon in noordoostelijke richting te rennen. Na zo’n 200 meter moest ik me voor een Duitse motorfietspatrouille verbergen. Ik hoorde hen naar elkaar schreeuwen, ze riepen steeds zoiets als  “RUNDFUNK”. Nadat ze voorbij waren, ging ik in dezelfde richting verder tot omstreeks 5 uur, waarna ik me de hele dag in het struikgewas verschool. Intussen hield ik een klein huisje in het oog. Om 22u. ging ik me bij de bewoners aanmelden en ik kwam te weten dat ik net ten zuidwesten van het dorpje Schilde was. Een uur later kwam er een man van Schilde binnen, en hij beloofde me dat iemand van Antwerpen me de volgende dag zou ophalen. Ik kreeg te eten en ging slapen in het kippenhok.

De man uit Antwerpen arriveerde met een stel nieuwe kleren, waarvoor ik hem twee Britse ponden betaalde. Hij nam me mee naar Antwerpen, waar ik een nacht doorbracht, terwijl hij tevergeefs trachtte een organisatie te contacteren.

De volgende dag vergezelde hij me met de trein naar Brussel, waar zijn echtgenote me een ticket naar Chimay kocht. Daar kwam ik omstreeks middernacht aan en ik wandelde langsheen de hoofdweg naar de Frans-Belgische grens, die naar het westen afsplitst, en die ik tenslotte zonder problemen overstak. Ik ging steeds maar verder, door de bossen, naar St. Michel, waar ik om 7 uur aankwam en waar ik een schuilplaats en voedsel kreeg van een man. Ik verliet hem om 18 u, hij leek me immers zo bang mij in zijn huis te hebben. Na een hele nacht zuidwaarts gemarcheerd te hebben, arriveerde ik te Chery-lez-Rozoy om 7 uur. Van daar af werd mijn ontsnapping voor me georganiseerd.”

Op 1 september 1943 verliet P/O Gasecki  Gibraltar en de volgende dag was hij in de havenstad Bristol. Hij muteerde naar 307 Squadron, dat op Mosquito’s vloog. Op 18 september 1944 verongelukte onze zegsman  Jozef Gasecki bij een luchtbotsing boven Groot-Brittannië.

Datum: 
22/06/1943
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

's Gravenwezel
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Naar de vallei van de Dood, De Krijger, Erpe, 1998