Lancaster ED488 bij Hamont-Achel

In de avond van 2 februari worden 61 RAF-bommenwerpers naar Keulen gezonden. Op de basis Skellingthorpe maken de Lancasterbemanningen van het 50 Squadron zich klaar voor de aanval. Stipt om 18u.26 kiest ook de Lancaster 'VN-M' (ED488) het luchtruim.

Het is ijskoud in de Lancasters, vele schutters hebben te kampen met bevroren boordwapens. Eens over het doel staren de vliegeniers naar het vuur dat beneden hen woedt. Eén van de piloten merkt hoe de gloed de muren van een fabriek verlicht, en geeft prompt zijn bommenrichter opdracht de lading te droppen. De Flak bijt van zich af, en zoekt in het schijnsel van de schijnwerpers naar mogelijke prooien. Tevreden keren zes bemanningen met hun 'Lancs' naar huis. 'It was a first class effort' zou één van de piloten bij zijn thuiskomst noteren.

In de Lancaster 'VN-M' van F/O 'Al' Power ontvangt de radiotelegrafist, Sgt victor Mitchell, het bericht dat een vijandelijke nachtjager naar de Lancaster sluipt. Kort daarop laat deze zijn tegenwoordigheid merken. Vanuit de duisternis spuwt hij een salvo naar de viermotor. Kort en precies, in de romp. De staartschutter, F/Lt J.M. Bousfield, die deze nacht insprong voor de oorspronkelijke staartschutter van deze bemanning, en zijn collega in de rompkoepel, Sgt S. Beadon, sterven onder de moordende projectielen. De 'Captain' geeft het bevel het toestel te verlaten. Sgt 'Nobby' Clark (boordmeccano), F/O Tom Church (navigator), Sgt Victor Mitchell, en de bommenrichter sgt R. Holland duiken, na de parachute aangegespt te hebben, onverwijld in het ongewisse.

Tenslotte verlaat ook F/O Al Power boven Hamont zijn Lancaster. Zijn brandende machine stuikt drie kilometer verder in het moeras aan de 'Papeboskes'. Het is 21u.15.

De volgende morgen vinden de bergingsploegen in het opengespatte wrak tussen de Teutenstraat en de Kleine Haart geen spoor van de ongelukkige schutters. De zwaarste brokstukken zijn waarschijnlijk met de stoffelijke resten reeds in de zompige modder gezogen. Het lijkt onmogelijk het water uit het moeras te pompen, zodat een complete berging uitgesloten is.

Aan het gehucht Mulk vindt men het ontzielde lichaam van een vliegenier. In het vliegvest kan met de identiteit vaststellen. Het is Al Power. Naast hem ligt een gedeeltelijk ontvouwde parachute. De plichtsbewuste piloot was als laatste overlevende te laat gesprongen, wat hem fataal werd. Hij wordt op het 'Feindfriedhof' van Brustem begraven. Vandaag rust hij in Heverlee.

Sgt R. Holland en F/O Tom Church worden algauw ingerekend. 'Nobby' Clark zoekt contact met de lokale bevolking. Samen met hen besluit hij zich over te geven aan de Duitse bezetter. Victor Mitchell wordt, hoogstwaarschijnlijk ten noorden van de grens, door een stokoude priester opgevangen. Maar ook hij geeft zich bij de Nederlandse politie aan.

De namen van Sgt Beadon en F/Lt Bousfield zijn gebeiteld in de zuilen van het gedenkteken van Runnymede, aan de oevers van de Thames. Hier worden zij samen met de andere 20 454 RAF-vliegeniers die geen bekend graf hebben, herdacht.

Tom Church, Norman Clark en Victor Mitchel keerden op maandag 12 september 1983 terug naar de Papeboskes. Zij onthulden er een gedenkplaat met de namen van hun drie gesneuvelde strijdmakkers. Vandaag wordt iedere voorbijganger herinnerd aan het drama dat zich die februarinacht aldaar afspeelde.

Datum: 
02/02/1943
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Kapelstraat
Hamont-Achel
be
Type Locatie: 
Incident
Patrimonium
Bronnen: 
De Decker, Cynrik & Roba, Jean-Louis: RAF-bommenwerpers boven België 1942-1943, De Krijger, 1996