Leutnant Hromadnik van de 9./NJG 4 behaalde die nacht zijn eerste twee overwinningen. Om 3.36 uur tekenen we het verlies op van de Lancaster ND585 « ZN-J » van 106 Squadron stortte neer nabij Villers-deux-Eglises, twintig kilometer ten zuiden van Charleroi. (Hromadnik situeerde zijn overwinnig ten noordwesten van Charleville). Piloot P/O Wilfred D.

De Lancaster R5573 van 106 Squadron stortte om 01.30u. te Harzé-Houssonloge neer. Dit squadron zou deze nacht een zware tol betalen; van de veertien ingezette toestellen gingen er twee boven het continent verloren, terwijl een derde nog in Groot-Brittannië neerstortte. De R5573 vinden we in geen enkele overwinningslijst terug.

Lancaster  R5914 van 106 Squadron was om 17u.10 vanop Syerston vertrokken, en sloeg neer op het grondgebied van de gemeente Poelkapelle. De Luftwaffepatrouilles vonden in de brokstukken menselijke overblijfselen, en borgen deze op in twee kisten. Deze schamele resten kregen twee kruisjes. Twee 'Unnbekannter Fliegern" werden, waarschijnlijk wegens de winterse omstandigheden, pas tien dagen later begraven. Pas in 1947 had de CWGC uitgezocht dat het hier eigenlijk om drie gesneuvelde ging.

Lancasters R5684 van het 106 Squadron stortte voor Oostende in zee. Duitse soldaten zagen deze Lancaster omstreeks 2u.22 ten onder gaan. Eén bemanningslid, Sgt S.J. Livingston, werd gevangen genomen. Zijn piloot, de 21-jarige P/O Stanley Rosenberg spoelde voor de kust van Oostende aan en ligt nog steeds op het gemeentelijke kerohof begraven. Vier overigen spoelde langsheen de uitgestrekte Nederlandse kust aan, zij rusten nu ten Den Haag : W/O R.F.H. Young DFM, Sgt J. Canniff, Sgt E. Collingwood en Sgt N.F. Johnson. Van het zevende bemanningslid, F/O C.F.

Lt Hans-Joachim Redlich (1.Staffel) schoot boven Gembloux-Liroux de Hampden AD756 van het 106 Sqdn neer. Hier sterven drie bemanningsleden, de piloot P/O Gordon Watts, zijn waarnemer Sgt Leonard Acres (21 j.) en een 'passagier', de squadron adjudant P/O James Grant (28 j.) die meevloog om de actie van nabij eens mee te maken. De twee overige vliegeniers, Sgt Lynn en Sgt Cook werden krijgsgevangen genomen. Hun machine behoorde tot de formatie die Düsseldorf tot doel had, en om 22u05 van Coningsby opgestegen was.

Bij de raid van 2/3 juli 1941 zou het 106 Sqdn dertien Hampdens inzetten. Hoofddoel van de missie vannacht zijn de rangeerstations van Duisburg. Zes machines zouden het doelgebied bereiken, twee Hampdens bestookten Keulen, een paar Düsseldorf en een twaalfde gooide de bommen boven Hamborn uit. Twee machines keerden niet terug.

Op 3 maart 1941, om 19u45, stijgen negen Hampdens van het 106 Sqdn op voor een raid naar Keulen. Het weer is gezien de tijd van het jaar bevredigend. De bemanningen kunnen vanuit hun nauwe cockpits het doel identificeren en droppen vanop drie à vier kilometer hoogte hun bommenlading. Intussen zwaaien de zoeklichten rond de Domstad, maar de weerstand van de Flak blijkt voor de Britse bemanningen mee te vallen. Een piloot kan het doel niet bereiken en valt het vliegveld Eindhoven aan. Een andere Hampden, de X3002 zou niet naar zijn basis Coningsby terugkeren.