Sergeant-vlieger Gaston De Ruyter (°23 december 1895 - Hoei) was soldaat in de loopgraven tot hij op zijn verzoek een opleiding kreeg als piloot. Pas op 2 oktober 1918 werd hij operationeel in het 11^de Smaldeel. Hij nam aan één opdracht deel maar verongelukte op 7 oktober te Alveringem tijdens een testvlucht. De Ruyter was voor de oorlog één van de eerste Belgische Scouts en was een dichter en prozaschrijver. Gaston werd bijgezet in het familiegraf te Huy.

Sergeant-vlieger Max Martin (°1 juni 1895 Bonneville) was een neofiet in het 11de Smaldeel toen hij in een Sopwith Camel deelnam aan zijn vierde luchtgevecht boven Beveren-Roeselare. Hij werd neergehaald door Leutnant Franz Piechulek van Jasta 56, dat vanop Kruishoutem opereerde. Martin was zijn veertiende en laatste slachtoffer. Martin ligt samen met andere oudgedienden van de Eerste Wereldoorlog begraven onder het oorlogsmonument op de begraafplaats van Bonneville.

Kapitein-vlieger Léon Collignon (°13 december 1891 - Boninnes) vloog van in 1914 als waarnemer van ondermeer Hanciau en Fernand Jacquet. Zo vloog hij 22 verkenningsopdrachten mee en raakte hij betrokken als waarnemer in een tiental luchtgevechten. Op Kerstmis 1915 werd hij naar Afrika getransfereerd, waar hij deelnam aan enkele spectaculaire bombardementsacties. Op 10 juni 1916 leverde hij een bijdrage aan het zinken van de Duitse torpedobootjager Graf von Götzen en het bestoken van een Duitse brandstofopslagplaats aan het Tanganykameer.

Houtem - Ongeval bij opstijgen. In 1914 werd sergeant-vlieger Gaston Boël (°17 januari 1895 - Aalst) oorlogsvrijwilliger en nam hij dienst bij de Genietroepen. Tijdens de oorlogsjaren werd hij ingedeeld bij het 6^de Smaldeel. Op 7 augustus 1917 sneuvelde hij nabij het vliegveld van Houthem (bij Veurne), toen hij bij het opstijgen voor een verkenningvlucht boven de vijandelijke linies zijn toestel overtrok. Zijn toestel geraakte in een tolvlucht waaruit Boël zich niet kon redden.

1^ste sergeant-majoor-vlieger Didier Malherbe (°28 juli 1896) was de eerste Belgische piloot (4^de Smaldeel) die verongelukte met de nukkige Sopwith Camel. Hij stierf op 4 juni 1918 bij Houtem tijdens een ongeval bij het opstijgen en ligt begraven in De Panne.

54 (?) toestellen in militaire dienst van maart 1918 tot 1922. Een exemplaar staat in het Brussels Luchtvaartmuseum tentoongesteld.