Die dag moest een nachtjachtbemanning boven Turnhout uitstappen. Haar Bf 110 G-4 (Wnr.5318), een toestel van de Venlose 2./NJG 1, ging hierbij verloren. Hier was brand in de motor de oorzaak van het neerstorten. De bemanning bleef ongedeerd.

In het oorlogsdagboek van Wilhelm Hergets I.Gruppe van het NJG 4, die op Florennes resideerde, werd die maand september haast niets genoteerd – geen verliezen, maar ook geen overwinningen. Pas op 1 oktober liet boven België de Nachtjagd weer van zich horen. Die namiddag zou Leutnant Norbert Pietrek naar Duitsland vertrekken. Zijn Staffel, de 2./NJG 4, zou daar immers herdoopt worden in de 12./NJG 5. Zijn strijdmakker, Oblt Heinrich Schulenburg van de 1./NJG 4, stelde hem een lift voor naar de Heimat. Het was een voorstel dat Pietrek niet kon afslaan.

Bij Flemalle, ten zuiden van Luik kon Leutnant Josef Nabrich springen, maar voor zijn Bordfunker, Uffz Fritz Heim, was het te laat. Deze nachtjachtbemanning was er op uit gestuurd om de B-17's die terugkeerden van Regensburg, te onderscheppen.

De nachtjagers van Venlo, die ingezet werden om overdag de B-17 die terugkeerden van Regensburg te onderscheppen, werden door de Thunderbolts van de 56 Fighter Group aangevallen. Bij dit treffen ging de Messerschmitt van Uffz Bernard Oldenhove ten onder. Het toestel viel bij de Demer bij Bilsen. De 22-jarige  Bordfunker Herbert Strauch was op slag dood; Oldenhove stierf dezelfde dag nog in het hospitaal van Hasselt.

De Messerschmitt-nachtjager van Ofw Werner Hellenbrucks (Bordfunker was Obergefreiter Hermann Vollert) werd die dag inzet om de B-17's aan te vallen.. Deze lag op Venlo te zonnebaden op het moment dat het bevel kwam om naar de machines te gaan :

Nabij Morialmé ging een Messerschmitt verloren, de Bf 110 G-4 (WNr.6272) van de I./NJG 4. De piloot was Hptm Alfred Haesler, Staffelkapitän van de 1./NJG 4. De boordschutter was Uffz Anton Werczinski en de radiotelegrafist heette Uffz Heinz.

Ook hun inzet die nacht werd verstoord door het gebruik van Window.  Alfred Haesler herinnerde zich in 1985 :

Bij Namen werd een Bf 110G-4 (WNr.5374) van de II./NJG 1 door de bemanning opgegeven na motorpech. De vliegeniers, wiens namen ons onbekend gebleven zijn, kwamen er ongedeerd vanaf.

Die ochtend van de 31ste steeg vanop Sint-Truiden de Bf 110 G-4 WNr5473 van de 5./NJG 1 op om de RAF-formaties, welke de Belgische grens overschreed, tegemoet te gaan. Het afweervuur van één van de Britse bommenwerpers verraste echter de bemanning, die genoodzaakt was de Messerschmitt te verlaten. De piloot, Lt Friedrich Erlinghagen, bleef echter te lang aan boord en sprong te laag. Zijn valscherm opende zich niet tijdig en de 24-jarige piloot vond de dood te Kerniel, acht kilometer ten zuidwesten van Tongeren.

Hptm Siegfried Wandam zou zijn dubbele overwinning die nacht niet kunnen vieren. Om 01.38u. kreeg een Britse nachtjager hem te pakken. Zijn Bf 110 G-4 WNr5422 'G9+AB' werd neergehaald en stortte te Hoepertingen, achter het klooster van Ordingen en dus vlakbij zijn basis Sint-Truiden, te pletter. Wandam was een aas met tien overwinningen. Hij kwam om, net zoals zijn radiotelegrafist/boordschutter, Fw Alfred Schöpke. Wandam werd tijdens de klap uit het vliegtuig geslingerd, zijn strijdmakker verbrandde in het wrak. De bemanning werd met militaire eer te Brustem begraven.