Op 29 november startte de relatief onervaren Uffz Franz Westphal met zijn 21-jarige Bordfunker Uffz Friedrich Schöpwinkel voor een Zieldarstellung, een oefening waarbij de samenwerking tussen de bemanning en de grondradar getest werd. Mogelijks trachtte Westphal zijn Bf 110 « G9+HM » tijdens een noodlanding aan de grond te zetten. In elk geval liep het helemaal verkeerd af, op zo’n 5 kilometer ten zuiden van Büllingen. Aangezien de site zich bevond in het weer door het Reich geannexeerde Oostkantons, werden beide slachtoffers naar hun respectievelijke geboorteplaats gerepatrieerd.

Obergefreiter Konrad Steyer, stierf met zijn Bordfunker Josef Krieger bij Kortenbos aan boord van de Bf 110 « G9+FM » (Werknummer 5440), een bemanning van de 6.Staffel. Motorpech tijdens een calibratievlucht lag aan de oorzaak van hun dood.

Leutnant Gerhard Vetters van de 4.Staffel moest om een ons onbekende reden op zo’n twee kilometer ten noordoosten van Sint-Truiden « uitstappen ». De Messerschmitt Bf 110 « G9+GH » (Werknummer 740093) stortte te pletter op een huis. Vetters’ Bordfunker, Unteroffizier Hans Paubel, ging nog naar de brandende woning en trachtte de zware munitie uit het wrak te slepen, om zo erger te voorkomen. Hij raakte hierbij gewond.

De Truiense Gruppe verloor een machine, en wel de Bf 110 «DU+HF» (WNr.740024) die wegens motorpech één kilometer ten noordoosten van Sint-Truiden aan de grond moest gezet worden. De piloot en zijn Bordfunker bleven ongedeerd, maar de 1.Wart, Gefr. Kurt Hoffmann - eigenlijk de technisch verantwoordelijke voor het vliegtuig en dus een lid van het grondpersoneel, raakte gekwetst en moest opgenomen worden.

De Messerschmitt Bf 110 van Uffz Hans Neuner sloeg bij Gorhez (Aubel) tegen de grond, beide vliegeniers kwamen om het leven. Ze waren er op uitgestuurd om overdag de B-17's te onderscheppen die terugkeerden van Regensburg.

Om 02.50u. ging er een Duitse nachtjager verloren. De bemanning van Lt Günther Franz/Uffz Lauer van de 5./NJG 1 had in de nacht van 29 juni 1943 een dubbele overwinning behaald, maar deze nacht werden zij neergehaald bij Naninne (het rapport van het OFK vermeldt echter Floreffe). Beide vliegeniers sprongen en bleven ongedeerd.

Een tweemotorig Duits vliegtuig, naar we mogen veronderstellen een Bf 110 van de I./NJG 1, stortte neer bij Vlimmeren. De twee Duitsers, die die nacht ongetwijfeld van Venlo opgestegen waren, konden op tijd de cabine verlaten. Zoals wel meer het geval is bij Duitse crashes waarbij geen slachtoffers vielen, blijven de identiteit van zowel de bemanning als het vliegtuig ons onbekend.

Tijdens de nacht van 22/23 mei is het erg rustig in het luchtruim boven het vasteland. De RAF laat haast niets van zich horen. Vanop Sint-Truiden worden enkele trainingsvluchten georganiseerd. Om 1u.30 loopt zo'n vlucht fataal af voor de bemanning Fw Friedrich Naber, de piloot die zijn militaire carrière in de schoot van het Regiment 'Hermann Göring' gestart was, en zijn radiotelegrafist, Uffz Helmut Schmidtmeier. Deze laatste was zwaar gekwetst, en zou in het hospitaal van Leuven aan de opgelopen verwondingen bezwijken. De twee vliegeniers worden op 26 mei in Brustem begraven.

In de vroege ochtend van 11 april vindt een Duitse bergingseenheid het wrak van de Bf 110 'G9+FM' (Wn.4516) van de 4.Staffel. De wrakstukken van het toestel liggen tussen de dorpjes Lantremange en Bléret-Pousset. De bemanning, Fw Wilhelm Killich en zijn radiotelegrafist, Uffz Rudolf Muller was waarschijnlijk het slachtoffer geworden van een attentieve boordschutter. De twee jonge vliegeniers worden op 14 april te Brustem begraven.