Op 25 januari verloor de Truiense Gruppe (5.Staffel) bij een oefenvlucht Uffz Eduard Kleinert (twee overwinningen). Zijn Bordfunker, Uffz Käser, overleefde de crash. De plaats van neerstorten is ons onbekend.
Een toestel van de Truiense 6./NJG 1 ging verloren, en wel de Messerschmitt van niemand minder dan von Bonin. Hij was aan boord van zijn Bf110 F-4 (Wn.2685) om 22u.34 aan een aanval begonnen op een Lancaster, maar deze maakte zulke heftige manoeuvers dat von Bonin niet in een goede schietpositie raakte. Tot overmaat van ramp geraakte hij zelf in het bereik van de staartschutter, die prompt beide motoren van de nachtjager uitschakelde. Hierdoor moest de bemanning om 22u.42 het vliegtuig verlaten.
Die nacht verloor Sint-Truiden één van haar succesvolle bemanningen : om 1u.20 stortte bij Marbais de Messerschmitt Bf 110 van Hauptmann Ludwig Bietmann en zijn radiotelegrafist, de 21-jarige Uffz Wolfgang Reinicke neer. Geen van beide overleefden de crash. Bietmann had bij zijn dood zeven overwinningen op zijn naam staan.
Op 25 maart 1942 stortte bij Purnode, op 5,5 kilometer van Yvoir (Namen) een toestel van de III./NJG 1 neer, waarvan de bemanning, Lt Johann Cenkier en Gefr Hugo Bernsako het leven liet. Zij werden te Sint-Truiden begraven.
In de nacht van 6 juli 1941 vliegen de Britse bommenwerpers o.m. naar Münster.
Bij het Limburgse Gruitrode maakt de piloot van de Bf 110 (Wn.3607) van de I./NJG 1 na een luchtgevecht een buiklanding. De 'Bordfunker', Uffz Walter Kaben raakt gewond. De machine is voor 50 % vernield.
De Duitse nachtjacht was een verschrikkelijke bedreiging voor de bommenwerpers van de RAF. Heel wat Duitse piloten behaalden scores die in de tientallen liepen. Ook Leutnant Guido Krupinski was aardig op weg om een aas te worden. Tussen november 1943 en februari 1944 behaalde hij drie overwinningen. Hij was lid van de 11.Staffel van het Nachtjagdgeschwader 1, een eenheid die op dat moment op de Nederlandse basis Leeuwarden gestationeerd stond, maar die in februari 1944 ook al eens opereerde vanop de piste Bergen-aan-Zee.
Na het bombardement op Leuven bleven de Messerschmitts de Canadese formatie nog het hele eind volgen. Enkele toestellen gingen zo ver als het noordoosten en het noorden van Rijsel, en boven de Noordzee werden nog een drie Duitse toestellen opgemerkt.
Voor Duitse soldaten was het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes de ultieme erkenning voor bewezen diensten aan het front. In de Luftwaffe golden ook andere regels dan in de geallieerde luchtstrijdkrachten. Een succesvol Brits of Amerikaans vliegenier mocht na zijn “tour” een tijdje uitblazen en kreeg dikwijls een minder gevaarlijke job – bijvoorbeeld instructeur in een vliegschool – aangeboden. Duitse vliegeniers vlogen evenwel verder – in heel veel gevallen tot de dood. In België sneuvelden een belangrijk aantal Ridderkruisdragers. Eén van het was Reinhold Eckardt.