Wellington Z8795 bij Lillo

Op maandagavond 20 oktober zendt Bomber Command vijfendertig bommenwerpers naar Antwerpen. Drie ervan zullen niet terugkeren.

Om 18u29 stijgen vijf Vickers Wellingtons van het 149 'East India' Squadron op, richting Antwerpen. Een van de vijf Wellingtons keert die avond echter al vlug terug, de radio functioneert niet naar behoren; twee andere toestellen wisten het doel niet te localiseren en keren onverrichterzake naar de basis terug.

Een vierde Wellington, met aan de stuurknuppel de 21-jarige Canadees F/O Donald Brubaker, wordt de volgende ochtend in het Squadron-logboek als 'missing' opgetekend. Hij was sinds 2 juli in Groot-Brittannië nadat hij zijn baan bij de Coca-Cola Company opgegeven had. Het verhaal dat Donald Brubakers zuster Doris uit Waterloo, Ontario, schreef illustreert hoe een jongeman zijn familie moest achterlaten : "Tijdens de herfst van 1940 ging Don bij de Royal Canadian Air Force, terwijl onze broer Len de Canadian Army vervoegde. Tijdens de opleiding was Len voldoende dicht bij huis om tijdens enkele verloven naar huis terug te keren, maar Don was altijd in het westen van Canada gestationeerd. Zelfs vandaag vormen zo'n afstanden in Canada een groot probleem, in 1940 waren ze haast onoverkomelijk. Hij verbleef ondermeer te Brandon, Manitoba, 2500 kilometer ver weg, tot Sea Island, voor de westkust van Britisch Colmubia, waardoor hij maar liefst 4700 kilometer van huis verwijderd was. Don leerde vliegen op Tiger Moth en Avro Anson. Hij kreeg zijn 'Vleugels' te Calgary, Alberta, een uurtje rijden van de Rocky Mountains - en 3600 kilometer van thuis. Hij had toen 159 vlieguren in zijn logboek opgegetekend. We zagen Don pas voor de eerste keer in uniform toen hij naar huis kwam tijdens een verlof van 48 uur vooraleer hij zou ontschepen naar Europa. Hij arriveerde in Engeland op 2 juli 1941, minder dan vier maanden later was hij reeds vermist. Hij vloog eerst in het 27 OTU te Lichfield Staffs, ten noorden van Birmingham, vooraleer naar het 149 Sqdn te gaan."

In mei 1942 ontving de Canadese familie het bericht dat het lichaam van hun zoon en broer "door een landbouwer aan de oevers van de Schelde bij Antwerpen gevonden werd". Ook het lijk van de 28-jarige boordschutter Leonard Scantlebury werd uit het Scheldewater gehaald. Van de drie overigen, Sgt Horrocks (waarnemer/navigator), Sgt Capstick RCAF (radiotelegrafist) en Sgt Johnston (boordschutter) werd geen spoor teruggevonden. Hun Wellington Mk II 'OJ-C' (Z8795) werd boven de rivier geraakt door de Flak - misschien volgde de bemanning de loop van de Schelde om zo haar doel te bereiken.

Hun machine sloeg om kwart over negen te pletter op het wateroppervlak van de Schelde, ter hoogte van de Kruisschanssluis (Lillo). De twee onfortuinlijke vliegeniers liggen op het Schoonselhof begraven. Dons zuster gaat verder :

"Mijn moeder correspondeerde met de familie van de enige andere Canadese jongen van deze fatale vlucht, Capstick. Zijn moeder was erg triest omdat ze het lichaam van haar jongen nooit teruggevonden hebben. Ik herinner me dat ma nog enkele brieven schreef naar Madeline Scantlebury uit St. Colomb, Cornwall. Haar echtegenoot, Leonard, ligt begraven naast mijn broer.

Na het einde van de oorlog waren er nog enkele contacten. De Commanding Officer van Dons Squadron stuurde ons enkele foto's die genomen werden kort voor zijn laatste vlucht. Eigenlijk wilde de officier deze foto's vroeger sturen, maar hij werd kort daarop zelf neergeschoten en bracht de overige jaren van de oorlog in krijgsgevangenschap door.

Een tweede contact, via het Rode Kruis, was met een zekere mevrouw Ryefleur-Plumbe (ik weet niet of dit correct geschreven is). Deze dame adopteerde het graf van mijn broer, ze plantte er bloemen en verzorgde het perk, maar ook dit contact stierf weg.

In oktober 1951 tenslotte kwamen we bij nog iemand terecht. Kort na zijn aankomst in Engeland in 1941 had Don kennisgemaakt met een jonge Britse actrice, Irene. Ze gingen een verloving aan. Don schreef ons dat ze die eerste nacht de hele nacht dansten, en hij was er zeker van dat wij haar even aardig zouden vinden. In haar brief schreef Irene dat toen Don stierf 'ook een stuk van haar wegviel'. Ze wilde ons laten weten dat, ondanks het feit dat er tien jaren voorbij gegaan waren, en dat ze sindsdien gehuwd was, Don nog steeds in haar gedachte leefde. Ik was toen 21 jaar oud, ik vond het prachtig en romantisch, maar mijn moeder was geschokt dat een gehuwde vrouw zoiets durfde schrijven. Ze vernietigde deze brief."

Datum: 
20/10/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Lillo
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996
Correspondentie Doris Brubaker, 1994