Stirling te Kessenich

Die avond stegen 557 toestellen op om Mülheim te bombarderen. Deze Ruhrstad zou erg zwaar getroffen worden, mede dankzij het accurate plaatsen van lichtfakkels door de Pathfinders. De bommen vielen eigenlijk tussen Mülheim en Oberhausen, welke beide door het hetzelfde brandweerkorps bediend werden. De telefoondraden werden tijdens het bombardement onderbroken waardoor het uitrukken van de brandweer in het honderd liep. Oberhausen werd getroffen, maar in Mülheim werd maar liefst 64 % van de stad verwoest door dit ene bombardement. De aanvalsmacht daarentegen verloor vijfendertig toestellen.

Oblt Hans Autenrieth van de 7./NJG 4 was die nacht van dienst. Hij was een oudgediende van de Truiense II./NJG 1 maar werd in 1943 overgeplaatst naar de II./NJG 4 te Tavaux. Op uitdrukkelijk verzoek van Gruppenkommandeur Walter Ehle, de bevelvoerder van de II./NJG 1, werd hij echter teruggeroepen om de voortdurende aanvallen richting Ruhrgebied het hoofd te bieden. Het luchtruim boven Dijon was immers vrij rustig bij nacht, terwijl boven Limburg heel wat overwinningen te rapen vielen. Die nacht van 22/23 juni 1943 zou Hans Autenrieth, die vloog met zijn radiotelegrafist Uffz Rudolf Adam, een dubbele overwinning behalen.

Het 15 Sqn zou twee van de zeventien toestellen verliezen. De Stirling MkI EF348 ‘LS-N’ was die nacht om 23.30u. Britse tijd opgestegen. Van bij de start stapelden de problemen aan boord van het toestel zich op. De Stirling haalde nauwelijks voldoende hoogte. F/Sgt Jack Newport, de 20-jarige piloot, besloot de bommenluiken in de vleugels te ledigen. De bommenwerper wist echter niet de vereiste 12 000 voet te bereiken. Wanneer de Nederlandse kust gekruist werd, werd de 'LS-N' door een nachtjager opgemerkt. Door de hevige ontwijkingsmanoeuvres raakt de bommenwerper uit koers. Het brandende doelwit werd vanuit de verkeerde richting aangevlogen.

Boven Belgisch Limburg was het Hans Autenrieth die de Stirling opmerkte. Hij schoot de linker-buitenmotor in brand. Weerom begon Jack Newport aan een reeks slingerbewegingen. Korte tijd daarna meende de Britse bemanning dat hun vijand verdwenen was. Niets was echter minder waar. Als een stroper had Autenrieth zich gedeisd gehouden, totdat zijn gewonde prooi weer rustig richting Engeland vloog. Het genadeschot zette de brandstoftanks in vuur en vlam. De Stirling was nu niet meer te besturen en Jack Newport gaf het bevel tot springen.

De bommenwerper sloeg zeshonderd meter ten westen van Kessenich tegen de aarde. Tussen de verwrongen stukken aluminium vond men twee lichamen, dit van de piloot F/Sgt Jack Newport (20 jaar) en zijn staartschutter Sgt Wilfred McAuley (21 jaar). Deze laatste kon niet springen. Volgens de bommenrichter, Sgt Kellett, droeg hij teveel kleren waardoor hij zijn koepel niet kon draaien. Het werd hem fataal…

De navigator, P/O D.I. Turner, kon springen en werd door de burgerbevolking in bescherming genomen. De radiotelegrafist, Sgt T. Mosedale, alsook de meccano Sgt D. Roberts en de rugkoepelschutter Sgt J.J. Damboise, werden gevangen genomen. De bommenrichter, Sgt A.F. Kellett, wist met behulp van het verzet Groot-Brittannië te bereiken.

Datum: 
23/06/1943
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Kessenich
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Naar de vallei van de Dood, De Krijger, Erpe, 1998