Lancaster te Tongeren

72 toestellen zouden boven Münster de H2S-navigatie-apparatuur testen. De H2S was een grondradar waarmee de RAF het doelwit makkelijker kon opsporen. Ook dit bombardement werd als geslaagd beschouwd, ondanks de 6,9 % verliezen.

Zowel vanop Florennes als Sint-Truiden werden de Duitse nachtjagers ingezet.

Om 00.12 u onderschepte de bemanning Oberleutnant Walter Barte (piloot)/Unteroffizier Pieper (boordmarconist) van de 4./NJG 1 boven Limburg een Lancaster MkIII. De salvo’s van de Duitse boordkanonnen sloegen in een mum van tijd de bommenwerper naar omlaag, die op twee kilometer van Tongeren zijn einde vond, tegen de bedding van de spoorweg die Tongeren met Luik verbindt. Het betrof hier de Lancaster met het serienummer ED978 en de code ‘PG-B’, een machine van  619  Sqn. Voor dit squadron was het de allereerste missie en de ‘PG-B’ was dus tevens het allereerste verlies. De machine werd bestuurd door F/Lt Colin O. Taylor, een boekhouder uit Leeds, die evenwel op zijn veertiende operatie, weliswaar in een andere eenheid, was die nacht. Hij vertelde in 1943 zijn wedervaren van die vlucht:

 “Ik was gezagvoerder en eerste piloot van een vliegtuig dat omstreeks 22.37u. opsteeg van Woodhall Spa (bij Lincoln) om Düsseldorf te bombarderen. Op de heenweg kregen we te kampen met twee technische problemen.  Het elektrische systeem van de rugkoepel en de hoogtemeters lieten het afweten. Zo’n 20 mijlen WZW van Keulen, bij het keerpunt, werden we aangevallen door een nachtjager die ons neerschoot. Na die aanval keerden we terug met één motor in brand, en ik gaf bevel het vliegtuig te verlaten.

Ik landde omstreeks 00u45 (12 juni 1943) in een kolenveld bij Tongeren, 10 mijl ten noordwesten van Luik. Ik ontdeed me van mijn valscherm, harnas en mae west, welke ik tussen twee maisvelden verborg. Het harnas legde ik bovenaan om zo de lichtgekleurde parachute aan het oog te onttrekken. Doordat het landschap mij zo vlak leek, meende ik  in Nederland te zijn. Ik trok zuidwaarts om zo de kust te ontwijken.

Ik stapte tot omstreeks 10u. en ging dan enkele uren rusten. Toen ik mijn tocht verder zette  ontmoette ik een landbouwer op een fiets die me naar een boerderij stuurde. Hij fietste voor mij uit zodat hij de boer kon waarschuwen van mijn komst. Die boer stuurde me naar een overgroeide weg en keerde omstreeks 22u. met een deken, eten, en koffie. Ik bracht de nacht door in een van zijn boomgaarden omdat het hem te gevaarlijk leek mij in zijn huis te herbergen wegens de Duitse patrouilles... ”

Colin Taylor slaagde erin wekenlang uit Duitse handen te blijven en de Spaanse Pyreneeën te bereiken. Hij verliet op 4 september 1943 de Britse enclave Gibraltar en zette de volgende dag, zeven weken nadat hij bij Tongeren neergehaald was, terug voet op Britse bodem.

De overige bemanningsleden hadden minder geluk. Een Duits bericht meldt dat drie vliegeniers vrijwel onmiddellijk gevangen genomen werden, uiteindelijk werden ze alle zes bij de kraag gevat en spendeerden ze de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap (de benaming van de kampen zetten we tussen haakjes): Sgt W.C. Anderson RCAF, boordmeccano (Stalag 4B, Mühlberg); F/O S.E. Harris, navigator (hij werd evenwel in februari 1945 gerepatrieerd); Sgt R. Evans, bommenrichter (Stalag 4B, Mühlberg); Sgt D.E. Inggs, radiotelegrafist (Stalag 357, Kopernikus); Sgt J.H. Henderson, rugkoepelschutter en Sgt D.E. Chisholm RCAF, staartschutter (Stalag 357, Kopernikus).

Datum: 
12/06/1943
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Neremweg
Tongeren
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Naar de vallei van de Dood, De Krijger, Erpe, 1998