Halifax bij Hamoir

Langzaamaan kwam een echte 'ontsnappingslijn' op dreef, die de geschiedenis zou ingaan als de 'Comète'('Komeet')-lijn'.

 

Een van de eersten die van de diensten van deze ondergrondse organisatie zou gebruik maken was F/Sgt Carr, een van de overlevenden van de Halifax W7654. Deze viermotorige bommenwerper was eveneens met het 102 Sqdn ingezet (code 'DY-A') voor de raid naar Keulen. De machine werd op de heenweg door een nachtjager bij Hamoir neergeschoten, een dorpje zo'n 24 kilometer ten zuidoosten van Namen. Drie leden van de bemanning kwamen om het leven. De twee radiotelegrafisten Sgt James Garroway, 21 j. en Sgt Iorwerth Edwards, 22 j. rusten samen met de boordwerktuigkundige Sgt Thomas Robinson te Heverlee. De boordschutter, Sgt Lee was licht gewond aan zijn voet, en werd kort daarna ingerekend. Er bleven nog drie bemanningsleden over, die een ontsnappingspoging waagden.

De piloot van de onfortuinlijke Halifax, F/Sgt Carr schreef :

"Ik kwam rond 0u30 met mijn valscherm naar beneden op een kilometer afstand van het vliegtuig. Met gebruik van mijn knoopkompas vertrok ik zuidwaarts. Anderhalf uur later ontmoette ik twee Belgen die me vroegen of ik Brits was en of ik terug naar Engeland wou.

Men vertelde me dat Sgt Lee verraden was aan de Duitsers door een Belgische Rexist van wie hij dacht dat hij hem zou helpen terwijl hij zich in een bos verschool."

F/Sgt Carrs helpers, een rijkswachter en een burger, zetten hem op een trein naar Ciney, waar hij gezelschap kreeg van een meisje dat zichzelf 'Fernande' heette. In Brussel nam het gezelschap de tram naar Itterbeek, waar hij bij Mme Castermans verborgen werd. De volgende dag veranderde zijn schuiladres, Carr zou nu de gast worden van de familie Roggeman in Sint-Lambrechts-Woluwe, waar hij tot 13 mei zou logeren.

Tijdens zijn verblijf ontmoette hij twee makkers van zijn bemanning ; zijn co-piloot F/Sgt Ralston en de navigator Sgt Shoebridge, die in de Rue de la Victoire logeerden. Later werden zij ondergebracht bij de heer en mevrouw Servais, die een radiowinkel uitbaatten. Op 17 mei vernam hij het nieuws dat Ralston en Shoebridge samen met hun helpers gearresteerd waren...

F/Sgt Carr werd vervolgens naar Parijs gebracht, waar hij in de Gare du Nord een meisje ontmoette, Andrée. Andrée 'Dédée' De Jongh had samen met haar vader in het voorjaar een ontsnappingslijn doorheen Frankrijk op poten gezet, waarvan de leden tot aan de Frans-Spaanse grens vliegeniers en andere ontsnapten escorteerden. Met hun tweeën gingen zij richting Pyreneeën, en op 22 mei begonnen zij, vermomd als Basken, aan de overtocht van de bergketen die Frankrijk van Spanje scheidt. Onderweg opperde Andrée de idee om de typisch Baskische baret in de standaard-ontsnappingsuitrusting op te nemen, alsook een serie paspoortfoto's.

Met behulp van een Baskische gids trokken ze bij Irun de grens over, en ze namen vervolgens de tram naar San Sebastian. In Bilbao werd Carr door de Britse consul ontvangen, vanwaar hij naar het interneringskamp Miranda overgebracht werd.  Via tussenkomst van de ambassade in Madrid zou hij op 18 juni de boot kunnen nemen vanuit Gibraltar naar Gourock.

Datum: 
27/04/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Hamoir
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: RAF-bommenwerpers boven België 1940-1942, De Krijger, Erembodegem, 1993