Riesen Flieger Abteilung 501

Zeppelin Staaken IV te Scheldewindeke

Net op 9 mei 1918, feestdag van Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart, zouden te Scheldewindeke vier grote vliegtuigen starten voor een vlucht die zou uitlopen op de grootste vliegtuigcrash die de keizerlijke oorlogsvliegerij trof tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het zou meteen een zware morele klap worden voor de circa zevenhonderd man sterke “Riesenflugzeug”-afdeling en blijven nazinderen als het “Himmelfahrtskommando”.

Locatie

Lange Munte
Scheldewindeke
België
BE

Zeppelin Staaken IV te Poelkapelle

 In de nacht van 20 op 21 april 1918 voerde een van de Staakens een bombardement uit op Saint Omer en Ieper.  Op de terugweg crashte het toestel op zo’n drie kilometer van de frontlinie, in het gehucht Schaapbalie te Poelkapelle. In 1981 werden resten van deze machine door een landbouwer naar de oppervlakte geploegd. Piet Steen onderzocht de brokstukken en kwam tot de conclusie dat het hier ging om de R.34, bestuurd door Oberleutnant Hans Sturm. Eén mecanicien van deze bemanning is nog altijd als vermist opgegeven.

Locatie

Schaapbalie
Poelkapelle
België
BE

Zeppelin Staaken IV

De Zeppelin Staaken IV was een tweedekker die haast dubbel zo groot was als de Gotha en vier motoren telde – met zijn spanwijdte van 42 meter was hij haast zo groot als de Amerikaanse B-29 Superfortresses uit de Tweede Wereldoorlog. Tussen de vleugels was langs elke zijde een enorme gondel gemonteerd, waar telkens twee motoren achter elkaar waren opgesteld. Deze vier motoren gaven de Staaken een vliegduur van maar liefst zeven uur, en dit tegen een snelheid van zowat 135 km per uur. Geen wonder dat de zevenkoppige bemanning na een urenlange vlucht nog een hele tijd potdoof was.