Op 16 mei, omstreeks 10 u., vindt een luchtgevecht plaats boven het Gentse. Het zijn de 84 en 335 Fighter Squadrons (78 FG) die de confrontatie aangaan met de jagers van het JG 26. De achtervolgingen vinden plaats tot boven de Nederlandse grens. Major Josef Priller sleept boven Nederland zijn 87ste overwinning in de wacht. De Amerikanen claimen drie Focke-Wulfs neergeschoten te hebben, één 'waarschijnlijke' overwinning en vier andere beschadigd te hebben.

Het 341 (Free French) Squadron stuurde een dozijn Spitfires naar Kortrijk. Een Duitse jager wist Sous Lieutenant M. Mailferts rechtervleugel in brand te schieten. De munitie begon te exploderen maar Mailfert kon zijn machine in een buiklanding op Manston neerzetten.

Tijdens de voormiddag van 2 februari 1943 zochten een dozijn RAF-bommenwerpers, geëscorteerd door een achttiental jagers, hun weg boven de bewolkte lucht van de Westhoek. De 2 Group zou immers twee Ventura Squadrons inzetten om Abbeville en St. Omer aan te vallen. Het JG 26 werd vanuit Vitry-en-Artois uitgezonden om de vijandelijke formatie te onderscheppen. Tussen de dikke wolkenmassa werd de Bf 109G-4 (Wn.16129) "Braune 10" van Uffz Gerhard Vogt (6.Staffel) door afweervuur vanuit de Britse bommenwerpers getroffen.

Op Nordhorn stonden de Focke Wulfs  klaar voor vertrek. Unteroffizier Wilhelm Schmitz luisterde aandachtig naar wat zijn Staffelkapitän, Oberleutnant Glunz, te vertellen had. Hij kreeg net als zijn collega’s een map met daarin een kaart waarop het doelwit en de vluchtroute aangegeven stond.

Het Jagdgeschwader 26 “Schlageter” zou samen met Jagdgeschwader 54 “Grünherz” opereren. De doelwitten waren de vliegvelden rond Brussel : Evere, Melsbroek en Grimbergen.