Sergeant-vlieger (Flight Sergeant RAF) Alain de Blommaert de Soye (°3 november 1920 Rixensart) behoorde tot een adelijke familie waarvan zijn broer als belangrijk lid van de weerstand, in Frankrijk een ontsnappingroute voor neergehaalde piloten organiseerde. Hij ontsnapte in juni 1941 en na geïnterneerd geweest te zijn in Frankrijk en Spanje, geraakte hij in Groot-Brittannië, waar hij op 15 maart 1942 arriveerde. Hij volgde de opleiding tot gevechtspiloot in Engeland en in Canada. Begin 1945 liep zijn training ten einde.

Onderluitenant-vlieger (Flight Sergeant RAF) Raymond Parthoens (°29 maart 1920 Ans) was in 1938 ingelijfd bij het Militair Vliegwezen als leerling-piloot en had begin 1940 juist zijn vleugels gekregen. Op 10 mei diende hij bij het Smaldeel 9/V/1 en voerde hij verschillende observatieopdrachten uit op Renard R-31. Op het einde van de Achttiendaagse Veldtocht werd hij krijgsgevangen genomen. Op 24 juli 1943 wist hij via Spanje, na een verblijf in de gevangenis van Miranda, naar Groot-Brittannië te ontkomen.

Kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) Jean Van Daele (°25 december 1912 Menen) werd in 1935 in het Militair Vliegwezen opgenomen. In oktober 1941 ontsnapte hij uit België en kon hij via de evacuatielijn langs Spanje, zonder aangehouden te worden, naar Groot-Brittannië vertrekken waar hij op 13 januari 1942 arriveerde. Zijn training volgde hij in Canada. Van Daele arriveerde in het squadron toen het volop bezig was met grondaanvallen boven Frankrijk.

Die ochtend vertrokken vier Typhoons van 609 Squadron van Bayeux-Martragny voor een verkenningsopdracht. Drie kwartier later, bij het overvliegen van het bos van Eawy, merkten ze een Duits konvooi op. Bij de eerste overvlucht schoot iedere piloot twee raketten van 30 kg af. Maar kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) Robert Roelandt (Balbo) (°27 juli 1910 Sint-Lambrechts-Woluwe) in de Typhoon PR-Z (MN142) werd getroffen en stortte neer.

Kapitein-vlieger (Flying Officer RAF) Pierre Soesman (°20 april 1922 St Gilles/Brussel) woonde bij het uitbreken van de oorlog in de Verenigde Staten. Hij onderging zijn training in Canada en sneuvelde op 11 mei 1944. Zijn Typhoon MN496 werd door Flak (of jagers) neergeschoten. Soesman trachtte nog te springen (of te ditchen ?) maar kwam om het leven op ongeveer 20 mijlen westnoordwest van Fécamp, bij een aanval op een radarstation. Hij was 22 jaar oud, hij heeft geen graf. De promotie 94A werd naar hem genoemd.

Met de invasie in het vooruitzicht oefenden de Typhoon-piloten van 609 Squadron met lucht-grondraketten. Luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Charles Detal (°28 maart 1914 Profondeville) kwam zo om het leven op 300 meter ten noorden van Northscaton Hall. Detal was een van de meest verdienstelijke piloten van het 609^e en had het Distinguished Flying Cross ontvangen.

Na een long range-sweep werd luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Léon Henrion (°19 oktober 1919 Amay) als vermist gemeld.

Hij was geboren te Amay op 19 oktober 1919 en nam dienst bij de Jagers te Paard. Hij werd gewond tijdens de 18-daagse veldtocht en werd naar Engeland afgevoerd. Hij postuleerde bij de RAF, werd gerekruteerd en na zijn opleiding werd hij bij het 609 Squadron ingedeeld, dat op Hawker Typhoon vloog.

Luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Georges Daix (°20 september 1913 Montigny le Tilleul) raakte vermist boven de Noordzee.

Hij nam dienst op 7 mei 1934 in het Militair Vliegwezen. Toen de oorlog uitbrak vloog hij nog in het 6/III/2 op Fairey Fox. Hij verliet op 8 juli 1941 het land, om op 4 december 1942 in Groot-Brittannië aan te komen.

Adjudant-vlieger (Sergeant RAF) Joseph Zegers (°30 januari 1923 Laken) sneuvelde toen zijn Typhoon Mk Ib JP425 ‘PR-B’ van 609 Squadron door Focke Wulf’s (geclaimd door Uffz Guttmann van 8/JG 26) neergehaald werd om 13u.40 ten oosten van Doullens/Pommiers. Hij was samen met een andere Belg P/O Detal op een Rhubarb-missie toen ze werden onderschept door Focke Wulfs. Zegers was oorlogsvrijwilliger in 1940 en kon op 22 mei inschepen in Calais naar Engeland waar hij dienst nam in de RAF. Hij kwam toe in het 609 Squadron in mei 1943. Hij werd te Grevelliers begraven.

André Blanco werd geboren op 5 januari 1916 in de Italiaanse havenstad Genua. Na twee jaar aan de ULB gestudeerd te hebben, werd hij in 1936 in het 3^de Rgt Genie opgenomen. Op 1 maart '38 trok hij naar de vliegschool, en hij diende voor de oorlog in de 3/II/1.  Op 8 september verliet hij samen met Colin, Van Lierde, Van de Poel, Greindl en Bailly ons land. Via Lourdes kwamen ze in het Spaanse Figueras terecht. Op 20 juni waren ze in Groot-Brittannië. Hij vloog van 13 januari 1942 tot 31 oktober 1943  en van 11 april 1944 tot 30 oktober 1944 in 609 Squadron.