Een DH 9-bommenwerper van 49 Squadron werd bij Leke neergehaald. De piloot, Lieutenant B.W. Robinson werd krijgsgevangen genomen, hij was gewond. Zijn waarnemer/boordschutter Serjeant T. Wills kwam om het leven en rust op Tyne Cot.

De vliegeniers van de LL899 'EA-P' waren om 20.31 uur opgestegen van Fiskerton, met aan de stuurknuppel de negentwintigjarige F/L Donovan Bacon DFC. Bacon was wat men een regelrechte karikatuur van een Brits piloot zou noemen : het haar tegen de schedel achteruit gekamd, en een sierlijke snor waarvan de tipjes naar de oren wezen. Bacon werd bijgestaan door P/O Clifford 'Cliff' Coward, de tweeëntwintigjarige navigator. Cliff was net terug uit verlof waar hij zijn vrouw en familie voor de laatste keer zou zien.

Om 02.53u. behaalde Oblt Heinz-Wolfgang Schnaufer zijn twintigste overwinning, ditmaal vloog hij met de Oblt Heinz Freymann. Hij kreeg ten oost-zuidoosten van Antwerpen een Lancaster te pakken, en het kan hier dus slechts gaan om de Lancaster ED663 van 49 Sqn die te Grobbendonk, bij Herentals, neerstortte. Ook hier was het een bemanning die uitsluitend uit sergeanten bestond, die alle zeven het leven verloren.

De Lancaster I R5763 van het 49 Squadron stortte neer te Strée, ten zuiden van  Villers l'Epeuve bij het kasteel van Abée.

Om 2u19 seinde Sgt Shannon, radiotelegrafist aan boord van de Manchester I R5794 naar de basis van het 49 Sqdn Scampton dat de stuurboordmotor niet meer werkte. Wat daarna met de R5794 gebeurde is onbekend. Vijf leden van de bemanning rusten te Heverlee : piloot P/O William Shackleton (21 j.) en co-piloot F/Sgt Ernst Garratt (21 j.), waarnemer Sgt Frank Wilson (20 j.) en twee boordschutters, de sergeanten George Miles (29 j.) en Ernest Patey. Sgt Shannon en boordschutter Sgt Noylan overleefden mogelijks het ongeval.

Even na middernacht, op 6 april vertrokken om 0u15 de Hampdens van het 49 Sqdn richting Keulen. De boordschutter van de AT156 'EA-C', Sgt S. Ainger, herinnerde zich :"Om 1u30 werden we door een nachtjager neergehaald. Onze Hampden sloeg zo'n drie kilometer van het dorpje Roly bij Philippeville te pletter. De rest van mijn bemanning bestond uit P/O D. Kay DFC (waarschijnlijk gevangen genomen bij Roly), Sgt R. Brown (navigator - volgens een Duits rapport gedood), Sgt J.