Omstreeks 21 uur verliet de Wellington 'GR-Z' (Z1491) de startbaan van Hemswell, de thuisbasis van het 301 Squadron. De 'GR-Z' was beladen met brandbommen. Tijdens de voorafgaande briefing hadden de bemanningen opdracht gekregen om uit te kijken naar nachtjachtvliegvelden, die te herkennen waren aan knipperende lichten van de startbanen. De piloot van de 'GR-Z', P/O J. Tyszko had op dat moment reeds een dozijn missies achter de rug.

Waar de Wellington IV R1615 van het 301 Sqdn neerstortte is ons helaas onbekend; de zes bemanningsleden (onderluitenanten W. Glowacki en J. Halastra, de luitenanten R. Kiwacz, A.L.S. Praschill,  piloot J. Zaleski en korporaal W. Zeligowski liggen op het Poolse perk te Lommel begraven. Mogelijks betreft het hier de overwinning van Uffz Hubatsch (I./NJG 1) die boven Diest een overwinning behaalde.

Voor de kust stort de Wellington Z1468 van het 301 "Pomeranian" Squadron in de golven. Twee bemanningsleden, luitenant Z. Zamoyski (33 j.) en onderluitenant M. Rzemyk (23 j.) liggen respectievelijk in Oostende en Middelkerke begraven.

Op het vliegveld Maldegem landde de Wellington Z1277 'GR-Z' van het 301 Sqdn intact. De bemanning werd krijgsgevangen genomen.  Zo'n primeurs waren felgegeerd bij de Luftwaffe; de nachtjachtpiloten konden alzo de zwakke plekken van hun vijanden localiseren, terwijl de Duitse ingenieurs de laatste Britse snufjes konden achterhalen.

Aimé De Rijck woonde aan het vliegveld van Maldegem en herinnerde het zich nog tijdens een interview in februari 2006 nog erg goed : “Ergens in het najaar van 1941, in een nacht van een vrijdag op een zaterdag, stond op ons vliegveld Maldegem een vreemde “vlieger”. Ik heb hem niet horen landen, want ik lag in bed natuurlijk. Maar ’s ochtends stond daar een groot vliegtuig, een tweemotor, met een plexi staartkoepel. De Duitsers vertelden ons dat het een Pools vliegtuig was, en ze waren maar wat fier op hun buit.”