Kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) Robert Alexandre (°25 juli 1916 Vorst/Brussel) werd als vermist gerapporteerd in het Kanaal na motorstoring voor Le Havre om 10u.05. Hij had als opdracht de landingskust te dekken toen het fout liep met zijn Spitfire (AA720 MN-J). Alexandre was student aan de universiteit in 1939 maar had zich als leerling-piloot gemeld en was nog gewoon soldaat tijdens de opleiding in 1940. Na de capitulatie vertrok hij naar Engeland waar hij in juli 1940 dienst nam bij de RAF. Na zijn opleiding kwam hij in het 350 Squadron in november 1941.

350 Squadron tekende die dag een verlies op. Luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Albert Herreman (°21 november 1916 Oudenaarde) geraakte in slecht weer met zijn Spitfire Vb (BM363) betrokken in een luchtbotsing met een Martin Marauder op 4 mijl ten noorden van Friston (Folkington East-Sussex). ‘Bertje’ Herreman was leerling-piloot in 1940. Hij vertrok met zijn eenheid naar Marokko en keerde niet terug naar België maar vertrok naar Engeland. Hij was sinds oktober 1941 operationeel bij de RAF en vloog achtereenvolgens in 123 en 124 Squadron.

Tijdens een patrouille boven het invasiefront raakte de Spitfire Mk Vb (EN950 H) in de problemen met de motor. Kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) François Venesoen (°19 oktober 1920 Antwerpen) van 350 Squadron sprong met zijn valscherm en is sindsdien vermist.

Na het opstijgen voor Circus 816 botste luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Didier Scuvie (°22 september 1915 Luik) met zijn Supermarine Spitfire Mk Vb van 350 Squadron (AA853 MN-C) voor de kust van Tangmere met sergeant-vlieger De Jaegher. Deze laatste slaagde erin op zee te landen, maar Scuvie stortte in zee. Scuvie was leerling-piloot te Goetsenhoven in mei 1940 en werd geëvacueerd via Oostende en Caen naar Oujda in Marokko. Hij keerde terug naar België en slaagde er in als krijgsgevangene te ontsnappen uit het kamp van Hammerstein in mei 1942.

Na een Rhubard-opdracht nabij Abbeville boven de monding van de Somme werd adjudant-vlieger (Flight Sergeant RAF) Albert Van den Broeck (°13 januari 1919 Philippeville) als vermist gerapporteerd. Hij werd het laatst gezien toen hij met een rookpluim door de wolken dook. Hij vloog met de Supermarine Spitfire Mk Vb (BL565 GE-E) van 349 Squadron. Hij werd waarschijnlijk neergehaald door Fw. Gerd Wiegand die hiermee zijn twaalfde overwinning behaalde.

De Britten maakten zich ongerust over de bouw van lanceerinstallaties langsheen de Franse kust.

Luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Paul Evrard (°9 september 1920 Liège) was student aan de universiteit van Luik wanneer hij gemobiliseerd werd. Na de capitulatie vluchtte hij naar Frankrijk en kon hij in een Pools schip de oversteek maken naar Engeland. Hij nam dienst in de RAF en werd na zijn opleiding afgedeeld naar het 610 Squadron waar hij F/Lt Venesoen als Flight Commander had. Hij vloog er op Supermarine Spitfire Mk Vb. Op 4 november maakte hij deel uit van een sectie van vier vliegtuigen om een in de Noordzee gevallen piloot op te sporen.