1e sergeant-vlieger (Sergeant RAF) Marcel Grawels (°12 juli 1922 Schaerbeek) vond de dood bij een vliegongeval bij het vliegveld Ouston. Met zijn Supermarine Spitfire Mk Vb (BM399 MN-W) van 350 Squadron botste hij bij de landing met de Spitfire EN860 van luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Raymond Van De Poel (°8 augustus 1915 Watermaal-Bosvoorde), die eveneens omkwam. Van De Poel was reeds piloot geworden in 1937 en kwam naar het smaldeel 5/III/2Aé.

Kapitein-vlieger (Flying Officer RAF) Raymond Dehasse (°15 mei 1911 Jumet) werd vermist na een luchtgevecht met een Focke-Wulf 190 van het 5/JG 26 boven de Noordzee voor Dungeness. Hij vloog met een Supermarine Spitfire Mk Vb (W3425) van 91 Squadron. Voorheen diende hij ook in 350 Squadron. Dehasse was afgetudeerd aan de Koninklijke Militaire School in 1933 en werd luitenant-vlieger in het 2^e Regiment Artillerie. Hij volgde de opleiding tot waarnemer en piloot en ging over naar het Vliegwezen in 1937.

Op 19 augustus vliegen het 403, 452, 455, 485 en 602 Sqdn in het kader van Circus 81 een missie naar Noord-Frankrijk. Het 452 Sqdn stijgt om 10u05 op van Kenley, en de piloten ontmoeten de Blenheims op 10000 voet boven Manston. De 'Circus'-formatie kruist de Franse kust bij Gravelines, waarna zich om 10u42 een hevig luchtgevecht ontspint tussen o.m. het 452 Sqdn en de Geschwaderstab, de I. en de II.Gruppe. De Britse overmacht is ditmaal te groot; Jagdgeschwader 26 verliest die dag maar liefst vier piloten.

Op zondag 29 juni 1997 groeven we met een enthousiast groepje luchtvaartliefhebbers naar de resten van Spitfire Vb  BM261, het toestel waarmee de Tsjechische Pilot Sergeant Karel Pavlík zich in 1942 in de zuidelijke Kemmelbergflank boorde. Ziehier de wapenfeiten: