Een bijzonder triest verhaal is dat van kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) Henri Picard (°17 april 1916 Etterbeek). Met zijn Supermarine Spitfire Mk Vb (BM297) van 350 Squadron werd hij tijdens een Circus-operatie neergehaald en krijgsgevangen gemaakt. Hij ontsnapte uit Stalag Luft III ('The Great Escape') en werd na zijn gevangenname in maart 1944 door de Gestapo geëxecuteerd bij Görlitz. Picard was een oud-leerling van de Koninklijke Militaire School die onderluitenant-vlieger was geworden bij de Ardeense Jagers.

De oudgediende van het Militair Vliegwezen, kapitein-vlieger (Pilot Officer RAF) Martin Charlier (°8 oktober 1900 Momalle), raakte met zijn Spitfire Vb (AB912) vermist boven het Kanaal na een luchtgevecht met Focke-Wulfs 190 van JG 26 tijdens Circus 208 boven Abbeville. Charlier behaalde zijn vleugels in 1923, werd in 1940 tot kapitein-vlieger bevorderd en werd aangeduid als bevelhebber van het 'Distel' smaldeel (2/I/2Aé) dat met de Hawker Hurricane uitgerust was. Tijdens de Duitse aanval op Schaffen werd hij tijdens het opstijgen gewond.

350 Squadron vertrok bij valavond voor een alarmstart tegen vijandelijke indringers. Toen de jagers terug verwacht werden op Tangmere, ontbrak luitenant-vlieger (Flying Officer RAF) Xavier Menu (°2 mei 1916 Lambermont) op het appel. De duisternis was al ingetreden en diverse hypotheses werden geformuleerd. Mogelijk werd hij neergehaald door geallieerd scheepsgeschut of misschien slaagde hij er niet in om in het duister het vliegveld weer te vinden. Van zijn Supermarine Spitfire Mk Vb (W3214) werd niets teruggevonden.

Na de terugkeer van een konvooipatrouille vloog 1e sergeant-vlieger (Sergeant RAF) Maurice Raes (°17 juni 1921 Mons) met zijn Supermarine Spitfire Mk Vb (W3446, MN-R) van 350 Squadron in een meerkabel van een ballon. Hij stortte neer te Sprowton Road, Norwich. Een gedenkplaat in die straat herinnert nog aan dit voorval. Raes was leerling-piloot in 1940 en moest samen zijn collega’s vluchten naar Frankrijk en dan naar Oujda in Marokko. Hij maakte deel uit van het contingent dat via Casablanca en Gibraltar terecht kwam in Engeland.

Tijdens een Rodeo 70-operatie op 5 mijl van Ambleteuse (Fr.) raakte kapitein-vlieger (Pilot Officer RAF) Raymond Schrobiltgen (°15 januari 1915 Athus) van 350 Squadron met zijn Supermarine Spitfire Mk Vb EN835 vermist. Hij had waarschijnlijk technische problemen of een zuurstofpanne.

Als zoon van een aristocratische familie (Gent, 9 november 1909) bouwde kapitein-vlieger (Flying Officer RAF) Baudouin de Hemptinne (°9 november 1909 Gent) een officierenloopbaan op in het Belgische Militaire Vliegwezen. Toen de vijandelijkheden uitbraken, was hij instructeur te Wevelgem. Hij werd naar Marokko geëvacueerd, vanwaar hij op 17 juli 1940 naar Groot-Brittannië trok. Reeds tijdens de Slag om Engeland vloog hij in 145 Sqn. Het 609 Sqn was zijn eenheid in de zomer van 1941.

Onderluitenant-vlieger (Pilot Officer RAF) Edouard Feyten (°22 juni 1909 Mechelen) diende reeds einde jaren ’20 in het Militair Vliegwezen. Hij keerde terug naar het burgerleven om handelsreiziger te worden. Bij de mobilisatie werd hij begin 1940 opgenomen in de Vliegschool maar moest uitwijken naar Frankrijk. Hij kon de oversteek maken naar Engeland en werd in de RAF opgenomen waar hij opgeleid werd tot jachtpiloot. Deze Mechelaar stortte tijdens opdracht op lage hoogte voor de Nederlandse kust neer in zee.

Na een luchtgevecht met Focke Wulf FW-190’s op 15 mijl voor Calais, werd luitenant-vlieger (Pilot Officer RAF) Ferdinand Conard (°24 oktober 1916 - Brussel) als vermist gerapporteerd. Hij vloog met een Supermarine Spitfire Mk Vb (BL724 SH-J) van 64 Squadron. Hij vloog sinds september 1941 in het squadron en claimde een week voor zijn dood op 28 april een Focke-Wulf van JG 26 vernietigd te hebben. Conard was vóór de oorlog afgestudeerd aan de Koninklijke Militaire School en was onderluitenant-vlieger bij de cavalerie.