Bij het gehucht De Ruiter, Vierkavenhoek (tussen Roeselare en Moorslede) claimde Vzfw C. Menckhoff van Jasta 3 een SE 5a. Het was de machine van 2nd Lt N.H. Crow, die in Harelbeke begraven ligt.

Tijdens een patrouille boven Ruddervoorde werden de SE 5a's van 84 Squadron onderschept. 2nd Lt R.B. Steele werd bij Roeselare neergehaald - de dag nadien bezweek hij aan zijn verwondingen - hij rust te Harelbeke.

Waarschijnlijk was het Ltn O. Fitzner van Jasta 17 die boven de Ieperse deelgemeente Brielen de SE 5a van 2nd Lt. J.A. Hawtrey neerhaalde. Deze bezweek de dag nadien aan zijn verwondingen, en ligt begraven te Harelbeke.

De SE 5a van Lt Alan L. Pink werd door Duits luchtafweergeschut neergehaald en stortte te pletter bij de hoeve Delcour-Bouchaert, bij het kruispunt van de huidige Jacquetbosstraat en de IJzeren Bareel. Het 41 Squadron opereerde die dag vanop Halluin. Pink ligt begraven op het nabijgelegen Kooigem.

Het kwam tot een treffen tussen de SE 5a's van 29 Squadron (basis Marke) en de Fokker DVII's van Jasta 43 ten oosten van Doornik. Leutnant Josef Raesch claimde de H676 van Captain Guy W. Wareing, een man die de voorbije weken en maanden een negental overwinningen behaalde. Hij stortte neer te Rumillies, in een veld waar nu de Autoroute de Wallonie (huidige A8) ligt.  Volgens ooggetuigen, geïnterviewd door onderzoeker Jacques De Ceuninck, verliet de piloot in extremis zijn brandende vliegtuig en stortte hij zo te pletter, zonder valscherm.

Boven Doornik kwam het tot een botsing tussen de SE 5a van Henry Rath en die van de Amerikaan Roderick MacLean. Deze laatste stortte met zijn F900  bij Taintignies te pletter - hij ligt aldaar begraven.

Boven Doornik kwam het tot een botsing tussen de SE 5a van Henry Rath en die van Roderick MacLean. Rath stortte met zijn C1915 bij Doornik te pletter - hij ligt aldaar begraven.

De Canadees Henry C. Rath was één van de voortrekkers van het squadron, met een dozijn overwinningen op zijn naam. Na zijn dood kreeg hij het DFC toegewezen, de London Gazette publiceerde:

41 Squadron, dat opereerde vanop Drogland, verloor die 28ste september 1918 maar liefst zes SE 5A's. Een ervan was die van 2nd Lt William Mitchell. Zwaar gewond werd hij krijgsgevangen genomen, om uiteindelijk te Leuze te bezwijken, waar hij nog steeds rust.

De luchtaas William E. Jenkins van 60 Squadron kwam om het leven bij een luchtbotsing bij Poperinge. Hij ligt begraven op Tyne Cot. Deze 19-jarige Brit behaalde tien overwinningen, waarvan de volgende boven Vlaanderen:

20 september 1917 - Albatros D.V boven Zonnebeke

25 september 1917 - C-type 1 mijl ten oosten van Ieper

11 november 1917 - kabelballon bij Ieper

19 november 1917 - DFW C-type ten zuidwesten van Beselare