Tijdens een fotoverkenningsopdracht werd de RE 8 door luchtafweer brandend neergehaald. Beide bemanningsleden, 2nd Lt S.F. Brown en Rifleman Harry Davis kwamen om het leven. Brown ligt op Tyne Cot, de naam van Davis wordt vermeld op het Arras Memorial. 

Een RE 8 van 9 Squadron werd tijdens een verkenningsmissie ten westen van de linies neergehaald. 2nd Lieutenant C.B. Andrews raakte gewond, zijn waarnemer/fotograaf Sapper Albert G White kwam om het leven en werd op Bleuet Farm te ruste gelegd.

Een RE 8 van 7 Squadron kwam achter de Belgische linies terecht, en kwam bij de kraaklanding in een bomkrater terecht. 2nd Lieutenant John Henry kwam hierbij om het leven, zijn waarnemer Lieutenant A. Westall raakte gewond. Henry ligt op Bleuet Farm begraven.

2nd Lt W.G.C. Hackman vloog met zijn RE 8 een waarnemingsmissie boven Irish Farm, toen zijn toestel getroffen werd. Hij kon nog noodlanden binnen de Britse linies, maar zijn waarnemer 2nd Lt Arthur Powney was geraakt in zijn buik en zou dezelfde dag bezwijken. Hij ligt begraven te Dozinghem.

Een bizar incident voltrok zich op 7 januari 1918 aan de rand van het vliegveld Proven. Lieutenant Croden vertrok op oefening met achteraan de RE 8 (4460) zijn waarnemer, Lieutenant Robert Cameron. In zijn achteruitkijkspiegel merkte de piloot dat zijn waarnemer rechtstond, en plots verdween. Het lichaam van Cameron, voorheen een derdejaars student geneeskunde, werd aan de rand van een geploegd veld bij het vliegveld aangetroffen.

De Albatrossen van Jasta 6 hadden de RE8’s van 52 RFC Squadron rond 13.15 uur opgemerkt boven Geluwveld en gingen direct tot de aanval. Leutnant Franz Hemer trof bijna onmiddellijk raak.

Het toestel van Captain G.C. Rogers en 2nd Lieutenant E.G. Henderson draaide om zijn as en dook naar de grond. Het kwam neer bij Geluwveld. Captain Rogers werd gewond uit de gecrashte toestel gehaald, zijn waarnemer kwam er vanaf met enkele kneuzingen.

Tijdens de derde slag om Ieper gingen ondanks het slechte weer de Albatrossen van Jasta 6 de lucht in. Boven Beselare vielen ze de RE8’s van 4 Squadron aan. Leutnant Adamdoorzeefde de B3427 die omkieperde en de diepte indook. 2nd Lieutenant J.S. Walthew en Lieutenant M.C. Hartnett kwamen beiden om toen hun RE8 om 10.45 te pletter sloeg bij Ieper. Het graf van Walthew is onbekend, zijn naam is vermeld op het Arras Flying Memorial. Zijn waarnemer Hartnett ligt te Harelbeke.

De Albatrossen van Jasta 6 trokken, in een wolkenloze hemel, weer op  oorlogspad en boekten succes. Boven Mesen kregen Lieutenant G. Leckie en waarnemer Captain H.P. Osbourne van het 21  Squadron, in RE8 – A4606, Vizefeldwebel Krebs op hun dak. Met enkele salvo’s uit zijn Spandau-machinegeweren doorzeefde hij motor en cockpit en de RE8 dook de dieperik in. Krebs zag de inslag bij Zillebeke. Geen van beiden bemanningsleden overleefde de inslag.

Korporaal en leerling-piloot burggraaf Louis Artan de Saint Martin (°12 mei 1893 - Elsene) voerde een noodlanding uit met een brandend toestel op het vliegveld Juvisy. De leerling-piloot slaagde er ongelukkig genoeg niet in om zijn veiligheidsriemen tijdig los te maken en verbrandde levend.

22 toestellen in militaire dienst van juni 1917 tot 1918. Een exemplaar, de N°8, staat tentoongesteld in het Brussels Luchtvaartmuseum.