Kapitein Edgard Dhoore wilde met een Renard zelf onderzoeken wat de dood veroorzaakt had van de bemanning van de N-25, twee weken voordien. Hiervoor bracht hij zijn toestel in een vrille, om de gedragingen ervan te bestuderen. Maar het ging helemaal fout. De Standaard schreef hierover : "Plotseling geraakte de vlieger in moeilijkheden met zijn toestel en moest gebruik maken van zijn valscherm. Vliegtuig en vlieger kwam in duizelingwekkende vaart naar beneden.

Over de crash van kapitein De Soomer schreef De Standaard : "Dinsdagmorgen wilde een eendekker (...) op het vliegveld van Evere landen, wanneer zich een snelheidsverlies voordeed. Het toestel raakte zoo ruw den grond dat het voorover sloeg.

Het toestel werd vernietigd, doch de piloot kwam er ongedeerd van af."

De Renard R-31 N-30 van 9/V/I krijgt de opdracht een verkenning uit te voeren tussen Kwaadmechelen en Diest. Het toestel wordt zwaar beschadigd door afweergeschut en kan met moeite terugkeren naar zijn basis te Grimbergen. Adjt. F. Breyre en Lt. R. Lonthie zijn veilig.

Om 17 u. startte de Renard R-31 vanuit Ursel met als bemanning de 1e sergeant-vlieger Jules Bailly (°21 november 1904 - Sint-Jans-Molenbeek) en zijn waarnemer luitenant-vlieger Arnould Warmont (°20 oktober 1915 - Fontaine I'Eveque) voor een verkenning boven Harelbeke. De Renard kwam echter niet terug. Hij werd neergehaald en stortte in onduidelijke omstandigheden neer bij Pecq. De twee vliegeniers verloren daarbij het leven.

Een Renard R-31 van de 9/V/1 met sergeant-vlieger Maximilien Bruylants als piloot en boordschutter/waarnemer sergeant-vlieger Armand Crabus (°5 januari 1913 - Sart-Iez-Spa) vertrok vanuit het vliegveld van Zwevezele voor een verkenningsopdracht. Bij de terugkeer voor de landing zag Crabus een Duitse jager op hen afkomen. Hij riep zijn piloot zo snel mogelijk te landen. Bij de bruuske ontwijkingsmaneuvers raakte het vliegtuig een boom en stortte neer in een bosje. De Renard brak in twee en de onfortuinlijke Crabus kwam om in het wrak.

Drie Renard R-31 van het 9^de Observatiesmaldeel 'Blauwe Sioux' van V/1 (Awans-Bierset) oefenden die dinsdagnamiddag boven het schietveld van het kamp van Beverlo. Rond 11u.30 had de formatie een eerste salvo gelost op het doel en bereidden ze zich voor op een tweede aanval.

Een botsing in volle vlucht kostte het leven aan adjudant-vlieger Georges Bovy (°22 maart 1904 - Roloux) die met luitenant-vlieger Auguste Poppe als waarnemer in de Renard R-31 N-25 vloog. Beide piloten behoorden tot het 9^de observatiesmaldeel 'blauwe sioux' van de V/1 (Awans-Bierset). Ze waren opgestegen te Stene en zetten koers naar De Haan om er deel te nemen aan schietoefeningen.

Die woensdag, om 10u.30, kwamen kapitein-vlieger Marcel Frederic (°25 maart 1909 -Aarlen) en luitenant-vlieger Robert Delrez (°5 februari 1910 - Saint-Remy-Lez-Argenteau) terug van een fotoverkenning boven Haspengouw. Door snelheidsverlies tijdens de nadering ging hun Renard R-31 N-25 in tolvlucht. Ondanks verwoede pogingen kon de piloot zijn toestel niet terug in normale vlucht krijgen en de vlakke tolvlucht eindigde in een veld op het grondgebied van Fooz.