1ste sergeant Léopold Mouzon stortte tijdens een doelsleepvlucht langsheen de kust in zee. Een vissersboot, de Z42, haalde hem uit het water.

De Fox O-74 stortte bij Wommelgem te pletter - waarschijnlijk bij het Albertkanaal. Beide inzittenden wisten zich met hun valscherm te redden.

Die ochtend onderschepten Foxes van Nijvel een Britse Whitley van 102 Squadron die ze tot landen dwongen. Nog een andere Whitley werd achtervolgd, waarschijnlijk die van Flight Lieutenant Cornell, maar één van de Britse schutters wist enkele voltreffers te plaatsen in de Fox O-177 die bestuurd werd door adjudant Albert Genot. Samen met zijn boordschutter, korporaal Roger Alaffe, moest hij uitstappen en beiden landden aan hun valscherm - Genot was gewond aan zijn hand en Alaffe brak z'n rechterschouder.

Na een botsing in volle vlucht van twee Fairey Fox uit Nijvel was de Fox O-141 van de bemanning kapitein-vlieger Adolphe Boussa, commandant-vlieger van 5/III/2 en 1^ste sergeant-vlieger waarnemer-mitrailleur Albert Vlaminck (°24 november 1915 - Anderlecht) niet langer bestuurbaar. Uit de eerste vaststellingen bleek dat de schroef van de Fox O-135 de bedieningskabels van de O-141 afgerukt had.

Rond 21.30 hoorden de inwoners van Mettet een vliegtuig dat blijkbaar in moeilijkheden verkeerde. Eenmaal boven Biesme viel de motor uit. Het toestel zweefde verder, scheerde over het klooster, rukte de draden af van de elektrische leiding en raakte nog net over de weg van Mettet naar Chatelinet. Korte tijd later volgde een doffe slag: het toestel was neergestort tegen twee bomen langsheen de rechtervleugel van het kasteel Peeten in Biesme.

Luitenant leerling-piloot Charles Goffin moest een halve kilometer van het vliegveld Wevelgem met motorpech noodlanden. De piloot raakte licht gewond.

Luitenant Franz Burniaux vertrok met zijn waarnemer luitenant geneesheer Pauwels vanop Wevelgem richting Nijvel, maar moest wegens motorpanne noodlanden tussen Seneffe en Feluy. Hierbij sloeg de Fox overkop - de piloot bleef ongedeerd, zijn passagier raakte gewond, evenals landbouwersvrouw Bautière die aan het been gewond raakte. Het toestel was afgeschreven.

De bemanning vertrok van Goetsenhoven en zette koers richting Fleurus. De piloot, Robert "Balbo" Roelandt moest een blindvliegoefening uitvoeren, dus vliegen zonder zicht met behulp van zijn boordinstrumenten. Hij moest gedurende een bepaalde tijd in vier verschillende richtingen vliegen en zo een vierkant vormen zodat hij uiteindelijk terug op zijn vertrekpunt aankwam.  Op 3000 meter steeg de snelheid erg sterk en de bochtaanwijzer week uit naar rechts. Roelandt probeerde meteen te corrigeren met het linkse voetenstuur door hard aan de stuurknuppel te trekken.

Omstreeks 10 uur stortte het toestel neer, het raakte hierbij gedeeltelijk vernield. De twee inzittenden, sergeant Albert Lemaire en zijn waarnemer sergeant Heuzi bleven ongedeerd.

De Fox sloeg te pletter op het vliegveld. Piloot  adjudant Léon Mylle raakte zwaar gewond en moest naar het militair hospitaal gevoerd worden. Zijn waarnemer, onderluitenant Lejeune, bleef ongedeerd. Het toestel werd afgeschreven. De foto's komen uit het album van  luitenant kolonel Francois Vandenplassche (via Steven Volckaerts).