De Whitley V Z6837 van het 102 "Ceylon" Squadron, die op weg was naar Essen, wordt om 00u48 door Uffz Pähler van het 2.Staffel in een vuurbol omlaag geschoten. De vijf vliegeniers, de piloot Sgt Thomas Wood (RCAF, 27 j.), de co-piloot P/O Edwin Anderson (RCAF), de waarnemer Sgt Thomas Boyle, de twee radiotelegrafisten/boordschutters Sgt Nicholas Carter (34 j.) en de staartschutter Sgt Morley Humphrey vinden de dood bij Molenstede (Diest). Morley Humprey ging op 4 juni 1940 bij de RCAF en arriveerde op 3 maart 1941 in Groot-Brittannië. In juli van dat jaar kreeg hij zijn brevet radiotelegrafist/boordschutter. Bij zijn dood zouden hij en zijn bemanning slechts enkele missies gevlogen hebben. Sgt Humpreys vader, een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog die bij de derde Slag om Ieper in 1916 bij 't Hooge krijgsgevangen genomen werd, had kort voor zijn zoon voor de fatale missie opsteeg vanuit Ontario (Canada) een telegram gestuurd om hem te feliciteren met zijn twintigste verjaardag. De volgende dag ontving de vader een telegram met het ontstellende bericht dat Sgt Humprey vermist was. Hun lichamen werden naar Schaffen gebracht, waar zij met militaire eer werden begraven. Via het Rode Kruis kreeg de familie enkele weken later een foto van de begrafenis toegestuurd. Deze werd in mei 1942 onder de titel "An airman sleeps in Belgium" in de lokale krant afgedrukt.