Wellington bij Petit-Doische

De Canadese Sgt Peter K Zaparynuk  van het 419 Squadron vloog die nacht zijn eerste operatie. Het zou meteen zijn allerlaatste zijn. Om 23u.36 onderschepte Oblt Martinek van de III./NJG 4 zijn Wellington III 'VR-Q' (DF665). Het duurde niet lang of de Wellington lag te branden te Petit-Doische, net op de grens met Frankrijk, 2 km WNW van Givet. Daar vond met vier lichamen; naast dat van Zaparynuk waren de ongelukkigen Sgt Jon R. Morrow RCAF, de 24-jarige radiotelegrafist, Sgt Andrew Holmes RCAF, eveneens radiotelegrafist - Sgt Archie E. Caton RCAF, de 21-jarige boordschutter. We vinden hun graven terug te Gosselies.

Haast dag op dag één jaar later zou ook het vijfde bemanningslid, de Canadese Sgt W.H. Ledford RCAF een graf vinden op Belgische bodem. Na Martineks actie verliet hij zijn vliegtuig en na de landing begon hij een succesvolle ontsnappingspoging. Op 2 november was hij terug in het Verenigd Koninkrijk. Daar werd hem het Distinguished Flying Medal uitgereikt. Ledford kon echter niet wacht om terug in de actie te gaan. Hij vond een nieuwe thuis in het 434 Squadron. In de nacht van 22/23 augustus 1943, werd zijn Wellington voor een tweede maal neergehaald. Ditmaal was het lot hem minder gunstig gezind. De intussen tot Warrant Officer I bevorderde William Ledford rust nu te Heverlee.

Datum: 
29/08/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Petit-Doische
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996