Voisin Sommer

De Voisin Sommer was een tweedekker waarvan in België minstens één exemplaar vloog, weliswaar in de handen van twee eigenaars.

Over dit toestel schreef baron Willy Coppens de Houthulst in zijn luchtvaartklassieker: “Une figure de proue: Jan Olieslagers” (p. 126):

Het was de echte “cage à poule (kippenhok), een tweevlaksvlieger met lange dunne stijlen, doorkruist door wel honderd staaldraden. Het vliegtuig had grote getande, halfcirkelvormige rolroeren die net grote oren leken en die bij een stilstaand toestel slap neerhingen. Er was een stabilo vooraan en een stabilo achteraan. Achter de piloot draaide een 50 pk Gnome motor en tussen de vleugelvlakken was een cilindervormige benzinetank opgehangen met halfrond kalotje in leder. De piloot zat op de rand van de onderste vleugel, de voeten bungelend boven het ijle.

Dit  toestel had een lengte van 11 m, een spanwijdte van 15,5 m en een draagoppervlak van 50 m². Het woog 450 kg en kon een snelheid halen van 80 km / u.

Graaf Joseph d'Hespel had zich aanvankelijk een Sommer tweedekker aangeschaft om met dat toestel deel te nemen aan de Ronde van België.De jonge graaf maakte van de meeting in Stokkel (van 23 juli tot 4 augustus 1910 bij Brussel) gebruik om zijn vliegbrevet te behalen. Hierover verscheen in “L'Aube de l'aviation”, geschreven door aerofilatelist J. Henin:

Op 27 juli 1910

Graaf d'Hespel legt met brio zijn vliegproeven af en behaalt het brevet van piloot.

Op 28 juli 1910

d'Hespel vernielt zijn toestel door van een hoogte van 40 m omlaag te storten. Hij komt er ongedeerd van af.

Maar na de povere prestaties besloot hij na het ongeval in Stokkel, hij om een veel snellere Deperdussin eendekker aan te kopen. Nadat de Sommer weer was opgelapt, verkocht hij die voor hem te makke machine door aan de onervaren Henri Crombez.

Datum: 
01/04/2013
Toestel: 
Locatie