Om 20 juli, omstreeks 9u.20, vertrokken twee vliegeniers van het 198 Sqn met hun Typhoons om een Rhubarb te vliegen in de sector Poperinge. Beide jagers overvlogen Duinkerken en Braydunes. Langsheen de lijn Ieper-Menen ontwaarden ze een trein, die F/Lt Robert Deugo beschoot. Zijn salvo's doodden de machinist en verwondden de bestuurder, maar de locomotief stopte niet. Volgens zijn vleugelman wist Deugo tijdens een tweede aanval zijn Typhoon 'TP-Z' (JP486) niet tijdig op te trekken en de machine sloeg met al haar geweld op één kilometer ten zuiden van Diksmuide tegen de aarde. De Typhoon explodeerde en de brokstukken werden achthonderd meter in het rond geslingerd. De piloot was op slag dood.

Zijn vleugelman, de Canadese Sgt McDonald, keerde alleen naar het vliegveld terug en kon slechts rapporteren hoe hij het einde van zijn makker meemaakte.

De Duitsers beschreven het voorval enigszins anders. Volgens hen werd de jager het slachtoffer van een 20mm Flakkanon dat op de laatste wagon gemonteerd stond.

De Kommandantur van Koksijde zou zich over het wrak ontfermen. F/Lt Robert Deugo werd met militaire eer op de begraafplaats van Diksmuide ten grave gedragen, waar hij nog steeds rust.