Op 18 mei, om 16u.05, startten een dozijn P-47 van de 4 FG/334 FS in drie secties. Geleid door Major Don Blakeslee, voerde de formatie een Rodeo uit in de buurt van Brugge en Nieuwpoort. Het was de drieëntwintigste missie van het Squadron. Twee Thunderbolts keerden vroegtijdig terug met technische problemen en hun missie zou niet als 'oorlogsmissie' tellen. Twee andere jagers kampten dan weer met dezelfde euvels, ditmaal bij de vijandelijke kust. Ook zij moesten onverrichterzake terugkeren, geëscorteerd door een strijdmakker. Wanneer zij de Belgische kust kruisten, was het 334ste Squadron reeds gereduceerd tot zes toestellen.

Vanuit drie richtingen verschenen Messerschmitts en de Amerikanen bereidden zich voor op het gevecht. Van bij het begin van de schermutselingen werd de P-47C 'QP-S' (41-6405) van 1st Lt Robert A. Boock van de 'Blue Section' getroffen door het salvo van een Messerschmitt die zich in zijn staart kon vastklampen. De Thunderbolt dook naar omlaag en verdween om 17u.02 tussen Knokke en Blankenberge in de golven. Het was de tweede maal in enkele maanden tijd dat Boock in zee geschoten werd. We hebben reeds gezien dat hij op 26 januari zijn Spitfire eveneens in de golven moest zetten, maar opgepikt werd door een Brits vaartuig. Maar deze 18de mei liet het geluk hem in de steek. Sinds die dag is Robert Boock vermist en zijn naam staat vermeld op de muur der vermisten op de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats te Henri-Chapelle.