Stirling te Lommel

Die nacht was de 9./Grenzwachtregiment Clüver, een eenheid die rond de grens Nederland-België wacht liep, getuige van de crash van een vliegtuig. In een rapport van deze eenheid, opgesteld door de chef van de compagnie, Oblt Schlüter, lezen we:

“Vandaag, om 02.20u. stortte een viermotorige Britse bommenwerper op zo’n vier kilometer ten noordoosten van Lommel, op vijfhonderd meter ten noorden van het Maas-Scheldekanaal. Hij werd helemaal verwoest. De bommenwerper droeg als markering “Type Stirling S.29” (…). De brokstukken liggen over een oppervlakte van wel honderd meter verspreid. Gezien de lichaamsdelen die gevonden werden, stierven vier vliegeniers in het vliegtuig en werden ze verkoold. Daarbij werd bij Lommel nog het lichaam gevonden van een zwarte door een onderzoekscommando van het eerste peloton. Een ander bemanningslid, de Engelse sergeant, werd gezond en wel gevangen genomen door de Feldgendarmerie van Herentals nabij Baarle-Steegh (4,5 km ten zuidoosten van Mol). Volgens deze man bestond de bemanning uit zes mannen en had niemand anders het overleefd. Een wacht werd geplaatst bij het wrak en bij het lichaam van de zwarte. Op de plaats van het ongeval vond men verder: zes parachutes, gedeeltelijk beschadigd door het vuur; een intacte vliegvest; een geldbeugel met inhoud, een signalisatievaan. De valschermen werden meegenomen door een Luftwaffe-eenheid. De andere voorwerpen werden aan de Feldgendarmerie van Herentals overgedragen.”

Dit verslag is vrij correct, hoewel de officier zich vergiste in het aantal slachtoffers aan boord van deze Stirling. Het ging hier om de BK694 ‘LS-C’ van 15 Squadron, een van de twee verliezen van deze eenheid die die nacht niet naar de basis Mildenhall (Suffolk) keerden.. De ‘C-for-Charlie’ werd onderschept door de Bf 110 van Hptm Werner Hoffmann, Staffelkapitän van de 4./NJG 5. Die nacht vloog hij met zijn radaroperator Ofw Köhler. Het gevecht vond plaats in de sector 6A en om 02.18u. haalde hij deze 'LS-C' naar omlaag.

Er waren geen zes maar zeven vliegeniers aan boord. De gesneuvelden, allemaal sergeanten, waren Jack Keen, de piloot (27 jaar, postuum bevorderd tot Pilot Officer); Peter Venton, de navigator (21 jaar); Arthur Walrond, de radiotelegrafist (29 jaar); George Pryke, de boordmeccano (21 jaar) de boordschutters William Johnson (20 jaar) en Douglas Thomas. Zij werden te Brustem begraven, ook zij rusten vandaag te Heverlee. De enige die het lot van zijn kameraden kon ontkomen was de F/Sgt J. Duckett, de bommenrichter.

De zwarte vliegenier, waarover Oblt Schlüter het had, moet Sgt Arthur Walrond geweest zijn. Hij was afkomstig van St. Michaël, een stadje op het Caraïbische eiland Barbados.

Datum: 
29/06/1943
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Vossemeren
Lommel
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Naar de vallei van de Dood, De Krijger, Erpe, 1998