Stirling bij Thieulain

Boven de provincie Henegouwen werd omstreeks kwart voor één de Stirling 'OJ-R' (W7572) van het 149 Squadron onderschept. Deze Stirling was om 20u.45 van Lakenheath opgestegen, en tijdens de terugvlucht kwam deze onder vuur te liggen van de Messerschmitt bestuurd door Ofw Reinhard Kollak van de III./NJG 4. Kollak vuurde de eerste maal met zijn boordkanonnen op de onderzijde van de 'OJ-R', waarbij de staart vrijwel onmiddellijk vuur vatte. Drie minuten later keerde Kollak terug, ditmaal bewerkte hij de brandende Stirling met zijn machinegeweren. Hierbij raakten drie bemanningsleden gewond : Sgt H. Williams (radiotelegrafist) en F/Sgt Wood (rugkoepelschutter), Sgt J.P. Downing (boordmeccano) die een kogel in de arm kreeg. En nog had de nachtjager er niet genoeg van. Met zijn zo typerende verbetenheid viel hij nog een derde maal aan. Ditmaal zat de staartschutter, Sgt T. Jenkins klaar achter zijn machinegeweren, en hij vuurde onmiddellijk in de richting van zijn belager. Kollak brak wijselijk de derde aanval af, de Stirling was toch verloren.

De Nieuwzeelandse waarnemer, Sgt John Berthelsen vloog die nacht zijn 19de operatie. Hij schreef : "Het vuur begon in het staartgedeelte en kon niet geblust worden met onze brandblussers. Tijdens de derde aanval begon het metaal van het vliegtuig te branden, de munitie explodeerde en het vuur vreette verder aan de vleugels en de brandstoftanks. We sprongen rond 2 am, in een maanverlichte nacht."

De hele bemanning kon springen, terwijl de viermotorige bommenwerper om 1u.46 te Thieulain (12 km O van Doornik) neerstortte.

De gewonde rugkoepelschutter, Sgt Wood brak nog eens zijn enkel bij de landing. Voor hem was van geen ontsnapping sprake, evenmin als van de boordmeccano Downing. Maar de vijf overige bemanningsleden brachten het er beter vanaf.

Sgt D.A. Baker (de piloot), Sgt John Berthelsen RNZAF (waarnemer), Sgt Harold Williams (radiotelegrafist), Sgt Geoffrey Robinson (neusschutter) en Sgt T.J. Jenkins (staartschutter) zouden op vrij korte tijd terug op Engelse bodem staan.

John Berthelsen kon met de hulp van het verzet naar Marseille bereiken, waar hij in een klein vissersbootje ontscheepte en naar Gibraltar voer. Vandaar vloog hij aan boord van een Sunderland vliegboot naar Engeland.

Een inwoner van Walcourt, Jean Leotard, ontmoette de dag na de crash de radiotelegrafist. Hij bleef al de jaren na de oorlog nieuwsgierig naar het lot van deze man. Jean slaagde erin de naam terug te vinden van de man die hij decennia terug op een modderig veld ontmoette. Jammer genoeg was de ex-vliegenier reeds overleden, maar we citeren enkele passages uit de brief die hij aan de weduwe schreef :

"Dinsdag 1 september 1942 heb ik Uw man ontmoet, de heer Harold Williams. Die namiddag geselden enkele onweders onze streek. Omstreeks 17u. vergezelde ik mijn vader om het vee op een weide te bekijken. Deze weide lag in de omgeving van de boerderij Belle-Vue, aan de rand van het dorpje Castillon. Alles bleek in orde. Er stak een beetje mist op. Vlakbij waren Albert Amant en zijn echtgenote hun beesten aan het verzorgen. Zij bemerkten een neergehurkte man. Het kon wel eens om een dief gaan, want vlakbij lag een veld waarop aardappelen stonden die bestemd waren voor de arbeiders van een fabriek uit Charleroi. De boer vertelde ons over de indringer. We zouden hem volgen, voor mij was dat erg moeilijk want ik droeg klompen die in de modder bleven steken. De man stond recht.

Albert ging dreigend naar hem toe, wou de man onder handen nemen maar keerde zich plotseling naar ons. Hij kruiste mijn pad. Ik kon de emoties op zijn gezicht lezen. Hij prevelde : "Hij zei "English". We moeten niets zeggen maar hem helpen."

De vliegenier was in burgerkleding. Hij droeg een pet, werkkledij en in de hand hield hij een hooivork vast. Zijn vermomming was haast perfect en zorgvuldig gekozen. Op ieder moment kon hij doen alsof hij op het land werkte. Ik ging naar hem toe en haalde mijn beste Engels naar boven. "Wat doe je hier ?". In een trage beweging knoopte hij zijn werkjas los. Hij droeg een blauw tenue, en ter hoogte van zijn linkerzak bemerkte ik de plaats waar een insigne afgetrokken was. "Ik ben een Engelse vliegenier en mijn toestel, een Stirling, werd bij Leuze neergeschoten. Mijn naam is Harold Williams". We keerden snel naar de weg waar mijn vader op ons wachtte. Ik ontving hem hartelijk en bood hem zelfs een sigaartje aan.

Er was slechts één plaats in de onmiddellijke nabijheid waar we onze vliegenier konden verbergen : de hoeve Belle-Vue. Ik fietste er heen en hield onderweg alles in 't oog. Achille Clause en zijn echtgenote zaten aan tafel, samen met August Coppee, een veehandelaar. Het waren vrienden van mijn ouders, en we wisten dat we op hen konden rekenen. Ze boden spontaan aan te helpen. De weg was vrij en enkele minuten later traden Uw man en mijn vader de keuken binnen.

De boerin, Marguerite, bracht Harold Williams naar een naburig vertrek waar hij zich kon verfrissen van kleding verwisselen. Ze droogde zijn kleding en maakte een reusachtig omelet met hesp klaar. Ikzelf keerde terug naar Clermont, waar mijn moeder een zak klaarmaakte die ze volstopte met gerookt vlees, enkele appelen en twee pakjes sigaretten.

Wanneer ik terug in Belle-Vue was, sprak ik een beetje met Uw echtgenoot die zijn weergave van de gebeurtenissen verhaalde.

Uit zijn mouwen haalde hij Frans en Belgisch geld tevoorschijn, en enkele insignes van de RAF, zodat hij zich nog altijd kenbaar kon maken in het geval hij krijgsgevangen zou genomen worden. Op de keukentafel spreidde hij ook een zijden doek uit, langs weerszijden bedrukt met nauwkeurige kaarten van Europa.

Uw man vroeg dan de weg om naar Couvin en Brûly te gaan. Hij weigerde in de boerderij te overnachten omdat hij represailles vreesde indien we zouden gesnapt worden. Wij boden hem een slaapplaats aan in een schuur, zo'n 300 meter van de boerderij. Achille nam enkele dekens mee en vulde een strozak op. Zo richtte hij een schuilplaats voor de nacht in. Het vee werd in een andere hoek van de weide gestald.

We keerden terug naar Clermont omstreeks 20 u. en verlieten voor altijd Uw echtgenoot. Hijzelf, voorzien van twee zakken levensmiddelen en een grote thermos koffie, ging slapen.

De volgende ochtend ging Marguerite de koeien halen. Ze zag hoe Harold Williams zijn slaapplaats verliet en vertrok. Hij draaide zich voortdurend om naar haar, zwaaide met zijn armen om te bedanken. Hij stak het veld over en nam de weg naar Erpion.

Wij hebben nooit meer iets over hem gehoord, maar recent vond ik een briefje terug waarop hij tijdens onze ontmoeting zijn naam geschreven had."

Datum: 
25/08/1942
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Thieulain
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996