Stirling bij Kettenis

Sind hij het tarmac van het Truiense nachtjachtvliegveld verlaten had, wachtte de beruchte aas Lt Heinz-Wolfgang Schnaufer - die op dat moment een duo vormde met zijn radiotelegrafist/boordschutter Lt Baro - op verdere instructies. Deze nacht beval zijn Gruppenkommandeur hem op te stijgen om 23u.51. Hoewel Schnaufer niet met zijn reguliere Bordfunker vloog, Uffz Fritz Rumpelhardt (die op dat moment op een radioschool was), zou deze combinatie niet minder succesvol blijken. Terwijl zij patrouilleerden boven Oost-België, onderschepte Schnaufer de Stirling 'HA-H' (BF565) die om 23u. boven Downham Market het luchtruim gekozen had. Deze luchtreus van het 218 Sqdn eindigde zijn operationele loopbaan te Kettenis. Geen enkel lid van P/O Stanley Allens bemanning wist te ontkomen. Het stoffelijk overschot van drie van hen (de Australische piloot Allens, 21 jaar - Sgt Horton Wade RNZAF, navigator, 30 jaar en F/O Earle Garai, 20 jaar) werden geïdentificeerd terwijl de vier overigen officieel als 'vermist' geboekstaafd staan. Maar ook hun graf vinden we op de oorlogsbegraafplaats te Hotton terug : zij rusten er onder een steen met het opschrift 'Een onbekende vliegenier'. En hierdoor zijn er ongetwijfeld nog steeds vier families  - drie Britse en één Nieuwzeelandse - die treuren om een geliefde die nog steeds geen bekend graf heeft. Het waren Sgt W.F. Henderson, radiotelegrafist - Sgt J.C. Thomas, boordmeccano - Sgt K.M. Campbell, boordschutter en Sgt D.P. Strong, boordschutter.

Datum: 
30/05/1943
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Kettenis
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, De laatste vlucht van de Yvonne Proudbag, De Krijger, 1994