In het midden van de jaren 30 had de Militaire Luchtvaart het plan opgevat haar bombardementssmaldelen uit te rusten met middelzware, sterk bewapende bommenwerpers. Men ging dus op zoek naar geschikte kandidaten en twee Belgische vliegtuigbouwers aarzelden niet om zo’n machine te laten ontwerpen. Een van hen was de Firma Stampe & Vertongen uit Deurne. De tweemotorige SV-10 was ontsproten aan het brein van George Ivanow, de ingenieur des huizes. Léon Stampe, zoon van Jean Stampe en reservesergeant-vlieger bij de Militaire Luchtvaart zou de testvluchten voor zijn rekening nemen.

In de namiddag van zaterdag 5 oktober stegen Léon Stampe en Ivanow op voor een tweede proefvlucht met het vliegtuig, dat nu Belgische kokardes droeg, (de eerste proefvlucht had daags tevoren plaatsgevonden).

Het opstijgen ging vlot en de bommenwerper klom tot een hoogte van 300 meter. Na het maken van een brede bocht van 180° kwam hij traag over het vliegveld gevlogen. Maar plots zette de SV-10 een tolbeweging in naar links. De piloot corrigeerde snel, maar het toestel ging vrijwel onmiddellijk terug aan het tollen en dook in razende vaart naar de grond. Het viel eerst op het dak van een huis aan de Aeszaklaan te Borsbeek, raakt vervolgens een boom, sloopte een muur over een lengte van zeven meter en plofte ten slotte neer in de tuin van het eerder vernoemde pand. De piloot en de ingenieur overleefden de crash niet.

Twee lanen in de nabijheid van het vliegveld werden naar George Ivanow en Léon Stampe genoemd. Nu rusten ze zij aan zij op het Sint-Rochuskerkhof te Deurne dat naar verluidt een wandelpark zou worden. De beide naamplaten werden van de grafstenen verwijderd en worden voorlopig bewaard in het Stampe & Vertongen Museum op de vlieghaven te Deurne. De twee zerken op Sint-Rochus zijn jammer genoeg voortaan totaal anoniem.