Spitfire R6805 bij Soumagne

Op 3 mei 1941 stortte om 13 uur een Spitfire van de 1 Photographic Reconnaissance Unit neer in het veld van de familie Spronck op het gehucht Maireux (gemeente Soumagne). Arnold Spronck verklaarde later :

"Ik werkte met mijn broer op het veld, toen we het geluid van een vliegtuig hoorden. We kijken omhoog, de machine vloog erg hoog. We luisterden naar het sputteren van de motor, dat gevolgd werd door een explosie. Mijn broer Pierre wist net op tijd het hoofd van ons opgeschrikte paard te grijpen. Ik dook achter onze kar. Anders was ik mijn benen kwijt door een stuk van het vliegtuig dat vlakbij insloeg."

Al snel kwamen de eerste toeschouwers aangesneld. Ze vonden het lichaam van de piloot in een weide, op enkele meters van het vliegtuig. Hij hield zijn handen achter zijn hoofd alsof hij zich op het allerlaatste moment had willen beschermen tegen de val.

Het was de Sgt Peter Rose, geboren in 1916, die na zijn studies bij de bekende brouwerij Bass een baan vond. Als sportfanaat was hij erg bedreven in het roeien en boksen. In weerwil van zijn moeder ging hij in 1936 in de Reserve van de RAF. Drie jaar later stelde hij zich kandidaat vrijwilliger bij de Britse luchtmacht en tijdens de Slag om Engeland vervolmaakte hij zijn training bij de 7 OTU. Vanaf 29 oktober 1940 diende hij bij het 65 Sqdn. De vele saaie patrouilles langsheen de kust gingen hem echter zodanig vervelen, dat hij zijn overplaating vroeg naar een meer 'actieve' eenheid. In april 1941 werd voor hem een plaats gevonden in de 1 Photographical Reconnaissance Unit op het vliegveld Benson. Van hieruit vertrokken omgebouwde Spitfires PRIIIC met een grote brandstofvoorraad aan boord. Deze Spitfires hadden geen bewapening aan boord, en moesten het uitsluitend hebben van de hoge snelheid waarmee zij hoog boven de bezette gebieden door het luchtruim kliefden. De piloten vlogen op grote hoogte diep het continent binnen, om gewapend met een fotocamera zoveel mogelijk informatie te vergaren over de vijand.

Op 3 mei stuurde het 1 PRU haar toestellen naar het Ruhrgebied. Twee Spitfires keerden niet terug, waaronder de machine van Peter Rose. Het was zijn tweede missie.

Nadat de bezettende overheid bij de crashlocatie arriveerde heerst er wat verwarring. Er zijn immers twee parachutes gevonden, en al gauw werden de bewoners ervan verdacht een tweede vliegenier te verbergen. Maar na het aandachtig bekijken van de gevonden stukken komt de waarheid aan het licht, alsook het trieste lot van de jonge piloot. Hij had waarschijnlijk getracht te springen, maar doordat de Spitfire boven zijn hoofd ontplofte werd zijn de zijden koepel van zijn valscherm door vallende brokstukken in stukken gereten.

Op zijn lichaam vinden de Duitsers het identificatieplaatje en Rose werd zo geïdentificeerd.

Vreemd genoeg laten de Duitsers het lichaam over aan de bevolking, die het naar het lijkenhuis brengt. Enkele plaatselijke politiemensen bewaken 's nachts de crashlocatie. Op 5 mei wordt de piloot door de massaal opgekomen bevolking ten graven gedragen. Op zijn kist ligt de Union Jack. De Duitsers maken aan deze volkshulde echter bruusk een einde en begraven hem te Soumagne.

Datum: 
03/05/1941
Serienr. / Rompcode: 
Locatie
rue du Maireux
Soumagne
be
Type Locatie: 
Incident