Spitfire bij Mechelen

In het kader van de Transport Campaign, het bombardementsoffensief als voorbereiding op D-Day op spoorwegdoelwitten in België en Frankrijk in de lente van 1944, voerden Amerikaanse B-26 Marauders een aanval uit op de belangrijke spoorwegwerkplaatsen van Mechelen.  De Britse Royal Air Force voorzag in de escorte van de tweemotorige bommenwerpers – ook de Tsjechische squadrons zonden hun Spitfires uit.

De I.Gruppe van het Jagdgeschwader 26 stond nog maar sinds 10 april 1944, na een lang verblijf op Grimbergen en Florennes, op de Franse basis Lille-Vendeville. Die 19de riep Hauptmann Karl Borris zijn mannen bij elkaar en de Focke-Wulfs kruisten doorheen Vlaanderen op zoek naar de sector waar hun vijand gelokaliseerd was. Ten noorden van Brussel kwam het tot een hevig luchtgevecht tussen de Gruppe en de escortejagers. Vooral de Tsjechen van ondermeer 312 en 313 Squadron deelden in de klappen. Gruppenkommandeur Borris scoorde voor de 37ste keer, een Spitfire ten oost-noordoosten van Mechelen.

 Flight Lieutenant Borislav Budil (Spit IX MK248, 312 Squadron) kon nog tijdig “uitstappen”. BAHA-lid Luc Cox meldde dat zijn machine mogelijks bij Mechelen te pletter sloeg. De Tsjech werd gevangen genomen.

Datum: 
19/04/1944
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Mechelen
be
Type Locatie: 
Incident