Graaf Arnold de Looz Corswarem vetrok op 17 december 1934 aan boord van een kleine Saint-Michel Guldentops SG 2 (OO-GUI) vanop Haren richting Belgisch Congo. Op kerstavond stond hij op de piste van Tripoli, waar hij ontvangen werd door de bekende Italiaanse luchtmaarschalk Italo Balbo, die hem voorstelde om hem te laten vergezellen door een vliegenier met ervaring boven de woestijn, wat de Belgische graaf afwees. Via een bebakende route vloog de Looz op lage hoogte richting Mourzouk. In Bangui landde hij met een lekke tank, maar uiteindelijk streek de OO-GUI op 5 januari neer op het vliegveld van Leopoldstad. Hij verbleef er slechts twee dagen vooraleer de terugkeer aan te vatten. Op 14 januari stak hij de Middellandse Zee over en landde te Alicante. Wat daarna gebeurde, werd in De Standaard beschreven:

"Hij nam een prachtig vertrek, doch kort nadien stelde hij vast dat zijn motor haperingen had en keerde terug naar het vliegveld van Alicante. Ongelukkiglijk genoeg raakte zijn vliegtuig het dak eener woning en viel te pletter op den grond. Toeschouwers kwamen onmiddellijk toegesneld en haalden den vlieger uit de overblijfselen van zijn toestel. Men stelde vast dat zijn wonden zijn leven niet in gevaar brachten. Hij werd onmiddellijk naar het gasthuis van Alicante overgebracht waar hem de beste zorgen werden verleend."

De OO-GUI was helemaal afgeschreven.