Op 11 december 1941 verongelukte Hans Beilstein. Vooraleer hij op 28 augustus 1939 bij de Luftwaffe in dienst trad, had deze jongeman, die in het burgerleven bankwerker was, reeds een vliegbrevet op zak. Na twee jaar intensieve training arriveerde hij op 11 december 1941 op Maldegem. Acht dagen later zou hij zijn eerste 'Einsatz', of operationele missie vliegen. Samen met Feldwebel Jäckel vormde hij een Schwarm (formatie van twee vliegtuigen) die om 9.50 uur vanop Maldegem opsteeg voor een kustbewakingsopdracht. Er hing een dichte mist boven Vlaanderen. Jäckel merkte hoe Beilsteins machine voortdurend naar rechts afweek, en trachtte zijn beschermeling bij te houden. Plotseling verdween de Messerschmitt van zijn kameraad in het laaghangende wolkendek. Jäckel hoopte dat Beilstein terug een landing kon uitvoeren. Hij zette zijn Messerschmitt weer op de Maldegemse piste, en trokt op onderzoek uit. Tot zijn onthutsing trof hij op nauwelijks vijf kilometer van het vliegveld bij Donk op een akker het brandende wrak van Beilsteins Messerschmitt aan. De 21-jarige Hans Beilstein werd met militaire eer op het Ereperk van Maldegem bijgezet.

Beilstein was de laatste Duitse vliegenier die in 1941 zijn leven op Belgische bodem verloor, alsook het laatste verlies van de EJG 26. Enkele weken later bracht zijn verloofde een jongetje ter wereld dat zijn vader nooit zou kennen.