Luchtballon stort voor Oostende in zee

Op 9 augustus 1903 bemerkte een wandelaar in Nieuwpoort boven zee een ballon die zich duidelijk in moeilijkheden bevond.

Bezorgd telefoneerde hij naar het Hôtel de l’Estacade in Oostende en vroeg aan oberkelner Octave Saunier of hij de nooddienst wilde verwittigen.

Deze alarmeerde onmiddellijk de “pirmarensje’, de reddingsploeg die dag en nacht op het staketsel met reddingsboten klaar stond om hulp te bieden aan in nood verkerende vaartuigen. Amper een kwartier later stoomde de ‘Belgique’, de sleper van de hydrografische dienst, de vaargeul uit in de richting van de ballon die ondertussen pal voor Oostende in zee was geplonsd.

Een voortdurend aangroeiende menigte volgde van op de dijk en het staketsel ademloos de drieste reddingsoperatie. Na meer dan een uur strijd tegen een heftig golvende zee, kon de sleper eindelijk de ballon tot op 50 m naderen. Uit schrik dat een genster uit de scheepsschouw het gas in de ballon tot ontploffing zou brengen, durfde de kapitein niet meer dichter te naderen.

De heer Urbain en drie matrozen van de reddingsdienst namen toen plaats in een sloep en slaagden er in, na zich tot het uiterste te hebben ingezet, om de doornatte en doodsbange ballonvaarder Arthur Tiberghien binnen boord te krijgen.

Zodra de aeronaut uit de mand in de sloep was gesprongen, schoot de gehavende ballon de lucht in en verdween in de richting van Vlissingen.

De nochtans ervaren luchtschipper uit Douai was om 18 uur opgestegen in St. Pol. Het was dat jaar al zijn twaalfde luchtreis. Toen hij rustig boven Dunkerque langsheen de dijk tot in Malo-les-bains zweefde, liet niets de nakende ramp vermoeden.

Maar een plotse windstoot had de ballon in enkele ogenblikken in noordelijke richting boven zee gestuwd. Voor een snelle noodlanding op het strand was het toen te laat. Vlug gooide hij wat zand uit. Even steeg de 'luchtbal' met een ruk weer omhoog, maar door afkoeling begon het lichtgas in volume te krimpen en de ballon daalde kort daarop opnieuw schrikwekkend snel naar de dreigende golven.

Juist voor Oostende dook de mand in het zilte nat. Heen en weer geslingerd, zeeziek en doordrenkt door het koude opspattende zeewater, had de ballonvaarder alle hoop op redding al opgegeven. Hij had tijdens de reddingspoging noch het naderende stoomschip, noch het roeibootje opgemerkt, zodat hij veronderstelde dat niemand van zijn duik in zee afwist.

Nog wekenlang vertelden ooggetuigen haarfijn en met grote gebaren aan nieuwsgierige badgasten hoe de redding was verlopen.

Datum: 
09/08/1903
Locatie

Oostende
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Major Walter, Vleugels boven Oostende, Flying Pencil, Erembodegem, 2010