Lightning te Waasmunster

Op 13 juli 1944 zetten de Amerikanen 616 Vliegende Forten in om de woongebieden, de vliegtuigindustrie en spoorweginstallaties van Munchen te bombarderen. Zij zouden geëscorteerd worden door 462 jachtvliegtuigen. Haast alle Thunderbolts en Lightnings van de 8ste Luchtmacht verlieten die ochtend hun basis om op de afgesproken plaatsen hun "Dikke Vriendjes" te beschermen.

Tijdens de terugkeer van de Forten dekten de Thunderbolts van de 56 Fighter Group, onder leiding van Major Dade, de B-17's van de 1st Bombardment Division. In de buurt van Bergen zat hun taak erop en cirkelden ze nog wat boven de formaties.

Zoals afgesproken kwamen de Lightnings van de 55 FG aanzetten om hen af te lossen. Zij waren om 9u.13 van hun basis Wormingford opgestegen om de escorte te verzorgen vanaf Straatsburg tot het Nederlandse schiereiland Schouwen.

Beide Fighter Groups bevonden zich rechts van de bommenwerpersformatie min of meer tussen Sint-Niklaas en Lokeren. De 56 Fighter Group hing op dezelfde hoogte, op ongeveer twee kilometer van de B-17's vandaan, wanneer de Thunderbolts een wijde cirkel naar rechts wilden maken. Om onbegrijpelijke reden voerden de Lightnings van de 55 Fighter Group eenzelfde maneuver uit, maar in de tegenovergestelde richting - mogelijk speelde het dichte wolkendek hen parten. Even heerste er verwarring, beide Groups kruisten elkaars route. Maar toen gebeurde het onvermijdelijke : de Thunderbolt P-47D (42-25713) van 2nd Lt James A. Palmer (78 FG, 62 FS) en de P-38 J Lightning (43-28279) van Capt Clair W. Des Voignes vlogen recht op mekaar in. Verschrikt keken de Thunderboltpiloten opzij en keken naar het resultaat : enorme explosie waaruit brokstukken naar omlaag dwarrelden. Een piloot herkende een motor van de P-38, een andere zag een gedeelte van de romp van de Thunderbolt naar omlaag tuimelen.

Ook in Waasmunster had men om kwart over twaalf de doffe knal gehoord. Velen keken ongewild naar omhoog, en zagen brokstukken uit de wolken naar omlaag buitelen. Een vleugel en een motor van de Thunderbolt vielen in de buurt van de werkplaatsen van de heer D'Hooge, vlakbij de oevers van de Durme. Men kon veronderstellen dat de rest van het vliegtuig in de rivier verdwenen. De gebroken Lightning plofte in de buurt van de Molenstraat en Patotterij neer, even ten zuiden van het vliegveld.

Een kwartier later waren leden van de Feldgendarmerie uit Sint-Niklaas ter plaatse. Van de Thunderbolt waren de meeste delen onvindbaar. De overblijfselen van de Lightning werden echter netjes geïnventariseerd : het dubbele staartvlak, waarop de letter W in een witte driehoek geschilderd stond, en de vleugels met Amerikaanse kokarde en zwart-witte "invasion stripes".

Intussen was er heel wat commotie in de Hoogstraat nr. 100, in de fabriek van Marcel Draps. Op één van getouwen waarop dekens geweven werden, had men het deerlijk verminkte lichaam van een vliegenier gevonden. Boven hem was een gapend gat in de zoldering, de parachute lag op het dak. Een van de eerste mensen ter plekke, was de politiecommissaris, Charles Vandenbussche. Hij nam ongezien, met weerzin op zijn gezicht, iets op en verdween ermee...

Leden van de Feldgendarmerie waren snel ter plaatse, en namen de papieren, de identificatieplaatjes en het polshorloge mee. Het lichaam werd in een houten kist gelegd en naar het dodenhuisje op de Waasmunsterse begraafplaats gebracht. In het gemeentehuis werd een overlijdensakte opgesteld. De identiteit van de piloot nu immers bekend : Captain Clair W. Des Voignes, de Lightningpiloot.

Clair Des Voignes' afkomst was Zwitsers, vandaar de vrij vreemde naam. De familie woonde in Spokane, Washington.

"Dez Voo", zoals hij in de omgang genoemd werd, was een erg getalenteerd cartoonist die op elk stukje papier dat onder zijn potlood kwam de gekste tekeningetjes en portretten maakte van zijn vrienden. Hoewel "Dez Voo" erg vlot en humoristisch in de omgang was, bleek hij bloedernstig tijdens het gevecht. Zijn vastberadenheid leverde hem algauw de eerste successen op : op 5 november 1943 - hij was toen nog Lieutenant - haalde hij samen met zijn Captain een Bf 109 neer boven Nederland. Tijdens het zelfde gevecht nam hij er nog een twee voor eigen rekening. Op 22 mei 1944 was hij de overwinnaar in een gevecht met een Focke Wulf boven Neumunster. De promotie kon niet uitblijven  : hij werd Captain én Leader van de 'D'-Flight van het 38 Fighter Squadron, 55 Fighter Group.

Het verlies viel uitermate zwaar bij zijn strijdmakkers. Een lid van zijn Flight, Robert Littlefield, schreef in 1995 : "Dez Voo en ik sliepen naast elkaar in de barakken op Wormingford. Iedereen was geschokt, maar we waren het intussen al gewend zovele vrienden te verliezen. Onze eenheid verloor 181 piloten in achttien maanden. Iedere missie was een dodelijke beproeving voor ons".

De piloot werd op twee dagen na zijn dood, op 15 juli 1944 begraven op de gemeentelijke begraafplaats. Op zijn graf zette de bezetter een houten kruis : "C.W. DES VOIGNES - HAUPTMANN - 0-743425".

 

Maar intussen werd wel gezocht naar de piloot die de Thunderbolt bestuurde, 2nd Lt James A. Palmer. En hier neemt het verhaal wel een lugubere wending. Iedereen was ervan overtuigd dat deze piloot gesprongen was en een geslaagde ontsnappingspoging had ondernomen. Charles Vandenbussche, de politiecommissaris, was kort na het vaststellen van de dood van Clair Des Voignes de Durme overgestoken en legde er op het grondgebied van de gemeente Hamme "iets" neer dat hij in de weverij Draps had meegenomen, en maakte zich uit de voeten.

Kort daarna kwam tot de weerzin van velen uit wat dit "iets" was : het waren de ingewanden van een mens. Niemand, op Charles Vandenbussche na, wist dat het de ingewanden waren van Clair Des Voignes. De list slaagde, de zoekactie naar Palmer werd stopgezet en de stoffelijke resten werden op de gemeentelijke begraafplaats van Hamme als "onbekende" ter aarde besteld. Men was er immers van overtuigd dat de Thunderboltpiloot omgekomen was en dat zijn lichaam in de lucht uit elkaar gespat was.

De ware toedracht kwam pas in maart 1949 aan het licht, wanneer een Amerikaanse eenheid naar Waasmunster kwam om de omstandigheden waarin Clair Des Voignes om het leven gekomen was, uit te klaren. Diverse personen werden ondervraagd, waaronder Marcel Draps, de dekenfabrikant, en Charles Vandenbusche, de politiecommissaris die intussen lid van de Witte Brigade "Fidelio" was.

Maar deze laatste zijn actie was toch een maat voor niets geweest. James Palmer zou nooit naar huis keren. Ook hij vond de door bij het incident, waar naar de omstandigheden van zijn dood tasten we nog in het duister.

Maar toch. In Etienne Quintyns boek "Tussen pletwals en bookhamers - Zele 1940-45" lezen we een merkwaardige passage. Op een mooie septemberdag na de bevrijding ging Zelenaar Jozef Piessens zwemmen in de Durme...

"Reeds gedurende de vorige zwembeurten had de man opgemerkt dat aan de overkant (dus aan Waasmunsterse zijde, n.v.d.s.) een 'vergeeld pak' in het slijk tussen de struiken en het riet vasthing. Het water liep op en Jozef zwom naar de overkant tot in de omgeving van het struikgewas en stapte nog een paar passen over de zandplaat. Hij schrok geweldig toen hij even de stof oplichtte en daarin een stuk van een uniform en een zwaar verminkt menselijk lichaam herkende dat in ver gevorderde staat van ontbinding verkeerde.

Volwassenen en spelende kinderen op de Durmedijk waren ondertussen naar Theofiel De Ridder, handelaar in bouwmaterialen, gelopen om er te telefoneren naar de overheid. Kort daarop verscheen een Britse legerwagen. De soldaten controleerden de identiteit van de militair. De papieren alsook zijn pakje sigaretten verkeerden nog in goede staat. De stoffelijke resten van het lichaam werden op een draagberrie gelegd en meegenomen. Men heeft over deze zaak niets meer vernomen."

Het feit dat de Thunderbolt volgens Duitse opgave voor het grootste gedeelte ter hoogte van Waasmunster in de Durme verdween, doet ons vermoeden dat Jozef Piessens het lichaam vond van 2nd Lt James A. Palmer.

Beide families verkozen dat hun geliefde op Belgisch grondgebied zou begraven worden. Beide vliegeniers rusten nu te Neuville-en-Condroz (Palmer in plot C-14-6).

Datum: 
13/07/1944
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Molenstraat
Waasmunster
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: '40-'45 boven Schelde, Dender en Durme, De Krijger, Erpe, 1996