Lancaster bij Tessenderlo

Het meest bizarre incident die nacht voltrok zich boven Tessenderlo. Aan boord zat Pilot Officer Leslie Morrison, die zijn twaalfde missie vloog vannacht. In 1944 rapporteerde de 24-jarige gewezen vertegenwoordiger uit het Australische New South Wales aan de Britse inlichtingendienst :

« Het was een stikdonkere, maanloze nacht, maar zo’n tien mijl ten noorden van Antwerpen bemerkten we vier à vijf Lancasters die op dezelfde koers als de onze vlogen.(...) Net toen we een koerswijziging maakten, riep de bommenrichter « Lancaster voor ons ». De horizontale zichtbaarheid was ruwweg 200 meter en ik herkende het als een viermotorige bommenwerper, zo’n 150 à 200 meter voor ons, een ietsje onder ons, maar op pal dezelfde koers vliegend. Deze Lancaster volgden we meer dan een halve minuut toen de staartschutter plotseling het vuur opende – een salvo van wel twee seconden. Ik zag duidelijk de spoortrekkers uit die koepel, naar onze richting. Ze flitsten voorbij de beide zijden van mijn cockpit, maar in de vleugels. Ik stuurde mijn toestel in een duikvlucht, maar nog voor ik buiten het bereik van de andere Lancaster was, vuurde die nog eens een volle twee seconden, en zo trof hij ons nogmaals. »

Algauw stond de binnenste bakboordmotor in brand – de Lancaster was geen machine die uitgerust was met de klassieke Rolls Royce-lijnmotoren, maar met Bristol Hercules stermotoren. Het vuur kon niet geblust worden, en de toestand was hopeloos. En plots leek het piloot Morrison dat een deel van de vleugel afbrak – de stick sloeg uit zijn handen naar voor en hij kon geen controle over het toestel winnen.

« Het vliegtuig ging over in een tolvlucht op de rug. Zelf werd ik tegen het perspex dak van de cockpit geslingerd – ik had immers mijn gordels losgemaakt om mijn valscherm aan te gespen. En de radiotelegrafist, die op dat moment naast me stond om in de neus te gaan, werd bovenop mij gesmakt. Ik vocht om met mijn voeten tegen de stuurknuppel te raken, in de hoop toch nog iets aan de tolvlucht te kunnen doen, maar het had geen zin. Plots een krakend geluid, het perspex brak en ik bevond me in de open lucht. Ik trok aan het koord en mijn valscherm klapte op minder dan driehonderd meter hoogte open. Het vliegtuig sloeg tegen de grond voor ik landde, en brandde daar hevig. »

Twee bemanningsleden konden niet tijdig uit het wrak geraken. Het waren Sgt Roy Heaton (de boordschutter, 21 jaar) en P/O Alan Wright (28 jaar, navigator). Vandaag liggen ze te Heverlee.

Hun gezagvoerder Leslie Morrison had zijn been bezeerd bij de landing, ten zuiden van Kwaadmechelen, maar kon toch vluchten : « Ik hoorde dat een groepje mensen naar me toe renden. Ik verborg mijn valscherm en harnas in een gracht bij een huis en rende naar een geploegd veld. Daar ontdeed ik me van mijn Mae West, ik sneed het bovenste stuk van mijn ontsnappingslaarzen weg en verwijderde mijn badges – ik stopte alles onder de grond. Me oriënterend op de rookpluim die van het wrak opsteek (en ik wist dat die nacht de wind uit het oosten kwam) trok ik zo’n vijf kilometer doorheen de velden. Onderweg kwam ik nog langs een Duitse zoeklichtbatterij.

Omstreeks 2 uur ‘s nachts kwam ik bij een bos waar ik uitrustte. De tocht viel me zwaar, vooral omdat ik gewond was aan mijn been. Ik verschool me tot voor de middag in een hooiopper. »

Daar werd hij ontdekt door Mevrouw Loots-Vangeel en haar dochter Rosa, die de Australiër meenamen, hem de gelegenheid gaven zich te wassen, andere kleren aan te trekken en uit te rusten. Intussen werd zijn ontsnapping georganiseerd, in mei 1944 was hij in Gibraltar.

Voor F/Sgt Clayton MacLachlan -  een Canadese mijnwerker die nu bommenrichter was, alsook zijn boordwerktuigkundige, Sgt Thomas Reynolds (20 jaar) en P/O Alex Dumbrell, de radiotelegrafist, ging het heel wat minder vlot. Reeds dezelfde nacht zaten ze bij elkaar in een boerderij bij Tessenderlo, en op Kerstdag 1943 werden ze naar Brussel gebracht. Na weken in de hoofdstad moesten ze vluchten voor de Abwehr die hun onderdakadres opgespoord had. De drie trokken achtereenvolgens door Waver, Grez-Doiceau en Namen, maar werden uiteindelijk weer naar Brussel doorgesluisd, waar ze weer bezoek kregen van de bezetter er er toch in slaagden de benen te nemen. In augustus belandden ze in Merchtem waar ze de Bevrijding afwachtten.

In oktober 1988 keerden Edward Salmon, Les Morrison en Tom Reynolds terug naar Tessenderlo, naar de plaats waar hun vliegtuig neerkwam, en ook om de bevolking die hen geholpen had te danken.[1]




[1] Relaas gebaseerd op de « Report on loss of aircraft on operations” van P/O Morrison, en de ontsnappingsrapporten van P/O Leslie Morrison, Sgt Reynolds en F/Sgt MacLachlan (PRO Kew), alsook correspondentie met Leslie Morrison, september 1990, en aanvullende informatie van Bart Beckers, Tessenderlo

 

 

Datum: 
20/12/1943
Toestel: 
Organisaties: 
Locatie

Tessenderlo
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Luchtslag om Berlijn en Nürnberg, De Krijger, Erpe, 2007