Op 6 oktober vallen vier toestellen van het 615 Sqdn rond het middaguur vier schepen voor Oostende aan. De Tsjechische Sgt Cenek Chaloupka wordt neergehaald door Flak. Via de radio signaleert hij dat hij zijn Hurricane IIC Z3085 per parachute zal verlaten. Men hoort later niets meer van hem, zijn kameraden kunnen slechts hopen dat hij gevangen genomen is.

Terwijl zijn jachttoestel in de golven verdwijnt weet hij in zijn reddingsboot te klauteren. De volgende dag komt er weer een schip aanstevenen, dat hem ditmaal naar de verkeerde kant van de Kanaaloever brengt, hoogstwaarschijnlijk werd hij te Oostende weer aan land gebracht. Na de ondervraging in Dulag Luft te Oberursel bij Frankfurt a.M., slijt hij enkele jaren in diverse Stalags. Op 23 juli 1944 wordt Chaloupka naar het Gestapo-Hoofdkwartier Protektorat gebracht in de hoofdstad van zijn geboorteland, Praag. Hij wordt er beschuldigd van 'verraad jegens het IIIde Rijk', aangezien het Tsjechische Protektorat sinds 16 maart 1939 deel uitmaakte van het Duitse Rijk. Na een tussenkomst van de bevoegde neutrale instanties wordt hij echter terug als 'normaal' krijgsgevangene naar een kamp gestuurd, maar dan wel naar Oflag IVC, dat beter bekend staat als het kasteel Colditz. In april 1945 wordt hij bevrijd, en in juni 1945 maakt hij op het Britse vliegveld Manston weer deel uit van het 310 'Czechoslovak' Squadron. Twee maanden later keert Chaloupka terug naar zijn geboorteland, om er op 28 februari 1946 om te komen in een vliegongeval.