Hampden te Waasmunster

De nacht van 13/14 oktober 1941, waarin vooral Keulen het moet ontgelden, gaat het er hevig aan toe in het Belgische luchtruim. Drie bommenwerpers storten in ons land neer.

Reeds op de heenweg over Oost-Vlaanderen liggen de nachtjagers op de loer. Oblt Hans Röderer (I. of 4./NJG 1) richt de neus van zijn Bf 110 om 23u39 op de romp van de Hampden AD975 'KM-N' van het 44 Sqdn (wat niet overeenkomt met het uur van opstijgen : 01u20...). Het was het toestel van Sgt Edgar Owen. Hij arriveerde op 1 september 1941 in het 144 Sqn, samen met Sgt Edmondson. Shearer was reeds langer in het Squadron, aangezien hij reeds op 27 augustus deelgenomen had aan een Gardening-operatie aan boord van de AE298. De bemanning - maar dan wel met staartschutter Sgt Bagley -  vloog haar eerste operatie op 15 september, aan boord van de AD920. Om 19u.30 stegen ze die avond op om de dokken en schepen bij Le Havre aan te vallen. De stuurboordmotor functioneerde slecht, en de bemanning voelde zich genoodzaakt het vliegveld Veulettes (?) aan te vallen. Om 23u.55 landden ze terug op hun basis.

Een tweede missie, weerom aan boord van de AD920 en met Sgt Bagley als staartschutter had als doelwit Neumunster. Daar moesten ze doorheen lichtkegels en luchtafweer vliegen, waarbij hun machine beschadigd werd. Even ging het er benauwd aan toe, wanneer ze in zo'n lichtbundel vastgegrepen werden en vervolgens bestookt werden door Flak. De piloot gaf bevel de bommen te droppen om het toestel lichter te maken en makkelijker te kunnen maneuvreren. Boven Rensburg lieten ze nog een pakje pamfletten naar beneden dwarrelen, waarna ze om 1u. 's ochtends terug op hun basis waren.

De derde operatie zou meteen hun laatste worden. Dertig Hampdens en 5 Manchesters van 5 Group zouden het R.S. van Keulen bestoken. Het 44 Sqn zette zes machines in, waaronder de AD975. Ditmaal vloog Shearer als staartschutter mee. Om 1u.20 stegen ze op. Het weer was bewolkt, de zichtbaarheid was beperkt tot drie mijlen...[1]

 

Wat Oblt Hans Röderer zo'n eind van zijn basis in de buurt van Lokeren uitrichtte is ons niet duidelijk. Mogelijk betrof het hier een 'Freya AN'-onderschepping, waarbij de nachtjager in het donker de aanwijzingen volgde van het radarstation. In dit geval kan dat slechts het radarstation 'Hamster' zijn dat op Walcheren stond. In optimale omstandigheden kon het Freya-systeem een heel eind weg bommenwerpers oppikken en de nachtjager blindelings naar zijn prooi 'praten'.

De rest van het verhaal laten we over aan de pen van een ooggetuige uit Waasmunster :

"In de vroege ochtend hoorden wij een sputterend geluid boven onze gemeente en enkele ogenblikken later een knal... Plots begon de alarmsirene vanop het dak van het gemeentehuis te loeien. Voor ons als 'Lid van de Burgerwacht' een oproep tot hulp. Vliegensvlug het bed uit en in een minimum van tijd de fiets op, in volle vaart in het nog steeds duistere naar de verzamelplaats aan het gemeentehuis. Daar aangekomen zagen wij in de richting Neerstraat een rode gloed in de lucht, daar waar het neergestorte vliegtuig in brand gevlogen was, nl. achteraan een rapenveld.

Ik was er één der eerste bij en liep door het rapenveld in de richting van het brandende vliegtuig waarvan de ontploffende mitrailleusekogels rond onze oren floten... Ik was nog geen twintig meter ver op de akker toen ik plots iemand met gespreide armen op de grond zag liggen. Ik knielde bij hem neer en bemerkte dat hij niet meer ademde, meer nog... een dunne bloedstraal liep uit zijn neus. Ik wist niet of het een Engelse of een Duitse vliegenier was en zo snel ik kon trok ik ritssluiting na ritsluiting van zijn warme kledij open om tot bij zijn onderkledij te geraken en ja, daar zag ik op zijn onderlijfje op de kant van zijn hart de afbeelding van een vogelvleugel en ik wist meteen dat het een Engelsman was.

Vermits ik als lid van de weerstand wist wat mij in dergelijk geval te doen stond doorzocht ik snel zijn zakken om voor hem bezwarende documenten of wapens nog te kunnen vinden doch... ik vond gelukkig slechts een papieren tipzakje met enkele zure balletjes in... dat ik toch maar wegwierp !

Direct daarop stormde een Duits soldaat met een grote hond het veld op. Hij kwam naar mijn richting en riep in 't Duits : "Wie zijt gij ? Wat doet gij hier ? Is dit een Engelsman ? Waar zijn de andere vliegeniers ?". Mijn antwoorden kwamen er maar langzaam uit want ik zocht tijd te winnen voor de andere bemanningsleden... Daarop liep hij tot bij het steeds heviger brandende wrak.

Ik keek met weemoed naar de jonge dode vliegenier. De staart was afgebroken en lag in de hof van de villa van de heer Delovinfosse. Mijn gevonden vliegenier was de mitrailleuse-schutter die in de koepel van de staart gezeten had en bij de ontploffing zonder parachute eruit was gekatapulteerd tot op het rapenveld. Hij zal op slag gedood zijn want rond hem waren in een cirkel van 1 meter doorsnee door de zware slag alle rapen weg.

Het motor- en cockpitgedeelte was op het rapenveld gevallen, had zich in de grond gewoeld en brandde totaal op terwijl urenlang de aanwezige kogels fluitend langs ons vlogen, gelukkig zonder slachtoffers te maken.

Toen in de late namiddag de brand geblust was heeft een boer met twee sterke paarden de motor en de cockpit uit de grond gesleurd en bemerkten we tot onze verbijstering dat de overige bemanningsleden ook door de dood verrast zijn geworden en verkoold en verminkt nog in de cockpit zaten.

Wij, als helpende leden van de Burgerlijke Bescherming, de leden van de politie en brandweer, alle andere hulpdiensten, de omwonenden van de Neerstraat en alle nieuwsgierige kijkers hebben voorzeker toen 'n gelukkige Engel gediend wanneer wij na het wegtrekken van het wrak bemerkten dat onder het wrak nog twee grote bommen lagen !!!

Enkele dagen later zijn deze ongelukkige bemanningsleden door ons allen en ook door een afdeling Duitse soldaten met militaire eer begraven op ons nieuw kerkhof."

Daar rusten de vier bemanningsleden van de Hampden AD975 nog steeds. De piloot, de 25-jarige Sgt Edgar Owen, was afkomstig uit het toenmalig Rhodesische Salisbury (nu Harare, de hoofdstad van het Afrikaanse land Zimbabwe). Zijn Canadese waarnemer was F/Sgt Gerald Edmondson (25 j.), de radiotelegrafist was Sgt Gordon Shearer (20 j.) en de staartschutter die onze ooggetuige in het rapenveld aantrof, heette Sgt Gerard Ramsay.

De waarnemer Gerald Edmondson was voor hij de RCAF vervoegde werkzaam in een Amerikaanse verzekeringsmaatschappij. In 1941 ging hij overzee, en vervoegde hij er het Bomber Command. In de maand mei begon hij operaties te vliegen. Na de missie van 13 oktober zou hij er nog twee moeten uitvoeren vooraleer een 'tour' volbracht te hebben. De radiotelegrafist Gordon Shearer, een werkmanszoon die een 'scholarschip' verdiend had, stond bekend als een trouw scout en een bedreven sportman. Zijn moeder kwam de slag na het verlies van haar enige zoon nooit te boven. Gordons naam vinden we terug aan de voet van een gebeiteld Keltisch kruis in zijn geboortedorp te Bank Foot (Iveston).

Van de zes uitgezonden 44 Sqdn-Hampdens zouden slechts twee bemanningen het doel identificeren en bombarderen.




     [1] AIR 27/448

 

Datum: 
13/10/1941
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Neerstraat
Waasmunster
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: '40-'45 boven Schelde, Dender en Durme, De Krijger, Erpe, 1996