Halifax HR839 te Olen

De bemanning van Lt Franz/Uffz Lauer van de 5./NJG 1 zou deze nacht twee overwinningen behalen. Lt Günter Franz zou, zoals heel wat jonge bemanningen, met een “dubbele” zijn score openen. Zijn eerste overwinning behaalde hij op een Stirling, waarschijnlijk boven Nederland. Franz werd kort daarop geleid naar de Halifax MkII HR839 ‘LK-L’ van 51 Squadron. Zestien vliegtuigen van deze eenheid waren die nacht  opgestegen, twee zouden niet terugkeren.

De ‘LK-L’ was om 23.32u. Britse tijd opgestegen en bombardeerde Keulen. De markering bleek excellent, ondanks de bewolking. Op de terugweg wist de Messerschmitt van Lt Franz te naderen zonder zelf gezien te worden. Het eerste salvo verraste de bemanning zodanig dat de piloot zelfs geen ontsnappingsmanoeuvre ondernam. De granaten en lichtspoorkogels zetten een vleugelbrandstoftank in vuur en vlam. Even wisten de automatische brandblussers de brand onder controle te houden, maar kort daarna keerde het vuur net zo hevig terug. Na overleg met de meccano, bracht de piloot de machine in een scherpe duikvlucht. Dit had een averechts effect: in plaats van gedoofd te worden, werden de vlammen aangewakkerd waardoor het vuur zich verspreidde naar de andere brandstoftanks. Het evacuatiebevel werd gegeven. De tweede piloot,  Douglas Eldridge, sprong op het moment dat de rechtervleugel explodeerde. Het vliegtuig stortte neer in vrille. Eldridge werd uit de cockpit geslingerd en terwijl hij nauwelijks bij bewustzijn was, opende zijn parachute zich. Hij zag nog dat een andere vliegenier sprong en was vervolgens getuige hoe zijn vliegtuig als een toorts naar de aarde dook en bij Olen, bij het gehucht Gerheiden, te pletter sloeg. Het was 02.32u..

In het wrak vonden de Duitsers aanvankelijk vier lijken: P/O John Tay, piloot (23 jaar); Sgt Arthur Smith, meccano; W/OII Aymeric Vidal, bommenrichter (33 jaar, Canadees); en Sgt William Butler, boordschutter. Zij werden als eersten op de binnenplaats van het Fort III te Deurne begraven. Het lichaam van P/O John Houlston DFM, de radiotelegrafist (23 jaar) werd pas de weken daarna gevonden en eveneens aldaar te ruste gelegd. Fort III, een vesting van de fortengordel rond Antwerpen, viel binnen de omheining van het Deurnse vliegveld en werd daarom door de bezetter geschikt bevonden als begraafplaats voor geallieerde vliegeniers. Het Schoonselhof bleek immers onvoldoende plaats te bieden, en omstreeks deze periode van de oorlog schuwden de Duitsers het publieke karakter van begraafplaatsen voor geallieerde vliegeniers. Op 21 december 1945 werden de resten van 227 gesneuvelden die na juni 1943 om het leven kwamen, opgegraven en onder meer naar het Antwerpse Schoonselhof gebracht.

De navigator, F/O T. Popley, en de bommenrichter, Sgt F. Redshaw, werden gevangen genomen. Enkel Sgt Douglas Eldridge, de copiloot, kwam enkele maanden later veilig en wel in Groot-Brittannië aan om het verhaal van de ‘LK-L’ te vertellen.

De site werd onderzocht door Planehunters (zie ook http://www.planehunters.be/halifax-hr839-2/). Op de crashplaats staat ook een monument. In de Memorial Garden van het vliegveld Snaith is er een herinneringsplaquette.

Datum: 
29/06/1943
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Gerheiden
Olen
be
Type Locatie: 
Incident
Patrimonium
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Naar de vallei van de Dood, De Krijger, Erpe, 1998