Halifax DT734 te Boussu

In de nacht van 9 op 10 maart kozen 264 bemanningen een koers richting München. Hiervan keerden er acht (3 %) niet naar hun bases terug. Hoewel de bommen niet echt op het eigenlijke doel (het stadscentrum) terechtkwamen, vielen de meeste brandbommen en explosieven op het westelijke gedeelte van München, waar heel wat schade aangericht werd.

Eén toestel ging bij deze missie boven België naar omlaag, een Halifax van het 77 Sqdn, de 'KN-J' (DT734). Deze onfortuinlijke machine begon haar laatste missie op de avond van 9 maart 1943, wanneer de wielen om 20uur de startbaan van Elvington verlieten.

Squadron Leader Robert Sage stuurde zijn 'KN-J' over het estuarium van de Thames, als eensklaps zijn vliegtuig en bemanning door elkaar geschud worden. De mannen aan boord vragen zich af of zij niet het doel zijn van eigen luchtafweer. Uit een onderzoek achteraf bleek echter dat geen van de batterijen in de omgeving die nacht een schot gelost had. Wanneer blijkt dat er geen noemenswaardige schade aan boord is, vervolgt de bemanning haar missie. Bij het naderen van het doel weigert de linkerbuitenmotor alle dienst. Blijkbaar waren bij de eerste klap de leidingen van de koeling gebarsten. De 'KN-J' behoudt echter goed zijn koers, en de kreupele machine ontdoet zich van haar bommenlast.

Sqdn Ldr Sage weet met drie motoren zijn kist op een hoogte van 15000 voet te houden. Ondertussen is de windrichting boven het Continent grondig veranderd, en de Halifax wordt uit zijn oorspronkelijke koers dieper naar het zuiden gedreven. De navigator, F/Lt Brian Barker, heeft alle moeite nieuwe posities te berekenen.

Enkele uren later geleidt de piloot zijn Halifax over Henegouwen, ver over de oorspronkelijke koers, en met slechts drie motoren.

Plotseling ramt een slag doorheen het vliegtuig. Een granaatsplinter boort zich door de vloer tussen de navigator en de radiotelegrafist, waarbij deze laatste zijn werkpaneel wordt beschadigd. Twee seconden later volgt een tweede ontploffing, die nu de rechterbuitenmotor in lichterlaaie zet.

Het was waarschijnlijk een nachtjager van het NJG 4 die op de afvuurknoppen had gedrukt, aangezien dit Nachtjagdgeschwader die nacht zes overwinningen scoorde.

Met slechts twee motoren is de 'KN-J' niet meer in de lucht te houden, en de vliegeniers krijgen van hun Captain bevel het toestel te verlaten. Sgt Bernard Walker, de boordmeccano, vertelde later : "Ik bevond me in de romp en toen ik wou uitstappen was iedereen reeds verdwenen, op de Captain na. Ik reikte hem zijn parachute aan, omgordde deze rond zijn lichaam en ik sprong. Dat was omstreeks 2 uur."

Rond 02u.15 slaat de Halifax in de gemeente Boussu tegen de grond, meer bepaald in het gehucht 'Petit Bruxelles'. Het gevaarte spat achter de glasfabriek uit elkaar, vernielt hierbij een huis en beschadigt een andere woonst, waarvan de bewoner reeds oorlogsslachtoffer uit de Eerste Wereldoorlog was... Een reusachtige Rolls-Royce Merlin XX-motor belandt in zijn keuken.

Wanneer de Duitsers op de crashplaats aankomen, nemen zij haast onmiddellijk twee vliegeniers gevangen : de navigator P/O Dennis W. Bateman en de rugkoepelschutter Sgt Dennis L. Morris. In een weide nabij het gebeuren wordt het zielloze lichaam gevonden van de staartkoepelschutter, de 31-jarige F/O Kenneth Adam. Zijn parachute had gefaald. Hij ligt begraven te Chièvres.

De navigator F/Lt Brian Barker daalt in de buurt van Mons aan zijn parachute. Vanuit zijn kwetsbare positie ziet hij hoe vanop de grond lichtkogels worden afgevuurd. Deze doen zijn witte parachute schril tegen de donkere lucht afsteken. "Ik begroef mijn parachute en zwemvest onder de bladeren en begon te stappen in zuidwestelijke richting, tot ik bij de weg Bergen-Doornik kwam. Ik begaf me in de richting van Doornik, en omstreeks 4u.30 arriveerde ik bij een huis waar het licht brandde. Ik spreek nauwelijks Frans, maar ik klopte toch aan de deur, en vroeg de vrouw om hulp. Ze nam me binnen, gaf me te eten, een jas, en in ruil voor mijn vlieglaarzen kreeg ik nog een paar schoenen. Ik scheurde de insignes van mijn vliegvest en stopte de inhoud van mijn ontsnappingsset in mijn zakken. Ik vroeg hen de weg naar de Franse grens. De vrouw kon het me niet uitleggen, maar haar zoon, die 22 jaar was, zei dat hij me zou vergezellen. Hij bracht me tot in de buurt van Conde en daar namen we afscheid." Net als Bernard Walker weet Maurice Crabtree met de hulp van het Franse verzet naar Spanje te ontsnappen. Sgt Maurice Crabtree landde tussen het kreupelhout nabij Pommeroeul. Crabtree zou met de hulp van de lokale weerstand onder de schuilnaam Louis Bonard per trein via Zwitserland naar Engeland terugkeren.

Volgens Brian Barker zou ook zijn piloot, Sqdn Ldr Sage getracht hebben te ontsnappen. Hij was gewond, waar zette het zo goed en zo kwaad het kon op een lopen. Onderweg maakte hij kennis met een Pool die in de mijnen van Boussu werkte. Sage vroeg hulp, maar werd door de Pool aan de Duitsers overgegeven. Nog steeds volgens Barkers verslag, zou de plaatselijke bevolking de 'verrader zodanig onder handen genomen hebben, dat hij meteen in het ziekenhuis diende opgenomen te worden.'

De resten van de bommenwerper worden in het station van St. Ghislain opgeladen. Het Bergungskommando dat de brokstukken inspecteerde beschreef het gebrek aan netheid binnenin het toestel, evenals het oplapwerk rond het elektrische gedeelte. De oude Halifax bleek overhaast terug in de gelederen van het 77 Sqdn geplaatst te zijn, wat misschien bijgedragen heeft aan zijn ondergang.

Datum: 
10/03/1943
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
rue du Petit Bruxelles
Boussu
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, De laatste vlucht van de Yvonne Proudbag, De Krijger, 1994