Nadat de Halifax met het serienummer W1061 het doelgebied verlaten had, werd de bommenwerper belaagd door Flak en zoeklichten. Waarschijnlijk was de machine uit haar oorspronkelijke route gegaan, en hing de bemanning boven Keulen. Terwijl de radiotelegrafist opriep om een nieuwe plaatsbepaling te krijgen, sloegen drie granaten onder het vliegtuig in. Beide bakboordmotoren waren meteen uitgeschakeld, de neus van het vliegtuig was opengereten, de radio was stuk en de bommenrichter was aan zijn been gewond. Iedereen maakte zich klaar om te springen, maar toch slaagde men erin het vuur binnenin de Halifax te doven, en via de brandblusser op de motor slaagde men erin ook daar het vuur te stoppen. De Canadese piloot, W/O II William E. Lunan, hield zijn machine onder controle. Een koude luchtstroom vloeide de stukgeschoten neus binnen. Even hoopte de bemanning dat de piloot, die opmerkelijk kalm bleef, de getroffen machine terug naar Engeland zou brengen, maar het was een nachtjager, mogelijks bestuurd door de bemanning Bietmann/Reinicke, die deze hoop verijdelde. Zo'n twintig minuten later viel een nachtjager langs voor en langs onder aan en hij beschadigde nogmaals de reeds getroffen bakboordvleugel. De piloot hield de stuurknuppel goed vast, maar vijf minuten later liet de aanvaller weer van zich horen. Ditmaal sloegen de granaten in de romp. De rugkoepelschutter, F/Sgt Arhur Fay stond op dat moment achter de piloot, en nadat hij de navigator en de bommenrichter liet weten dat ze mochten springen, verwittigde hij de meccano, die op dat moment de brandstoftanks overhevelde. Na ook de staartschutter op de hoogte gebracht te hebben, sprong ook hij vanop zo'n 1000 voet. De tweede piloot stond intussen eveneens achter zijn Captain, klaar om te springen.

F/Sgt Fay landde 12 mijlen ten noordoosten van Mechelen, en verzwikte zijn enkel. Het vliegtuig sloeg te pletter en ontplofte op enkele kilometers van waar hij stond. De carrière van de Halifax eindigde om 3u.10 bij Wommelgem. Voor twee bemanningsleden, de dappere 32-jarige Bill Lunan, die vanacht zijn 26ste operatie vloog, en de boordmeccano Sgt Francis Scotland (36 jaar) was het te laat. Zij rusten nu op het Schoonselhof.

De rest van de bemanning was het lot gunstiger gezind. De tweede piloot, Sgt J.R. Dickinson, de navigator F/Sgt Leslie C. Jupp RCAF, de bommenrichter Sgt J.K. Howes RCAF en de staartschutter F/Sgt Wyatt RCAF werden gevangen genomen.

Fay begroef zijn parachute en zwemvest en begon aan een ontsnappingspoging. Met behulp van het verzet geraakte hij in Groot-Brittannië.

Ook Fay hield nauwlettend in het oog wat de Duitsers in het bezette België verrichten. Bij de Brusselse 'Chinese Toren' bemerkte hij op het dak van een huis een gecamoufleerde radarstelling. Na zijn ontsnapping werd hij met het DFM gedecoreerd, en de rugkoepelschutter van weleer behaalde daarenboven nog zijn brevet als piloot.