Halifax bij Sclayn

De Halifax II 'EY-C' (W7782) was de eerste die de basis Middleton St. George verliet. De oorspronkelijke bedoeling was om eerst nog wat rond de basis te cirkelen, maar na één circuit besloot de piloot de missie onverwijld verder te zetten. De 'EY-C' was immers een volledig gereviseerd toestel, en de bemanning had er slechts één testvlucht mee gevlogen. Daarom verkozen ze de tijd in hun voordeel te laten spelen. Blijkbaar hadden sommige leden van het grondpersoneel slordig werk afgeleverd, want kort daarop, de bommenwerper hing nog steeds boven Britse grondgebied, rapporteerde de staartschutter dat één van zijn machinegeweren niet werkte. En alsof dat niet voldoende was, liet de rugkoepelschutter weten dat zijn toren niet volledig rond kon draaien. De Captain van de Halifax, F/Lt Philip M. Tippetts-Aylmer DFC, besliste dat deze moeilijkheden de missie niet mochten ondermijnen, en vloog verder. Tussen Oostende en Duinkerken kruiste de Halifax de kust. De machine vloog over Brussel, en twee bemanningsleden zouden zich later herinneren dat ze beneden hen de elektrische vonken van de Brusselse tram zagen ! Eenmaal boven vijandelijk gebied vloog het toestel op automatische piloot. Omstreeks 22u.40 schreeuwde de staartschutter plots "Turn to port".  Onmiddellijk volgde een helse kanonnade waarbij brandgranaten de Halifax doorboorden. Wie hiervoor verantwoordelijk was kunnen we niet met 100 % zekerheid vaststellen, maar we nemen aan dat het de bemanning Bietmann/Reinicke was die vanop Sint-Truiden ingezet werd. Zij zouden die nacht hun allerlaatste overwinning behalen.

Het was stikdonker en de nachtjager kon onmogelijk opgemerkt worden. De brandbommen begonnen te branden. In één minuut tijd waren drie explosies te horen, het vliegtuig ging over in een duik die de piloot niet kon beheersen. Hij schreeuwde 'Bale out' en drukte op de waarschuwingslichtjes. Terwijl de navigator zijn parachute omgordde, duwde Sgt Robert Brown, de radiotelegrafist, de tafel opzij en de bommenrichter, Sgt Jack Winterbottom ging naar de stoel om het ontsnappingsluik vooraan te openen. Sgt Brown klom weer omhoog om de piloot zijn parachute aan te reiken. De vier motoren draaiden nog op volle toeren.

Robert Brown activeerde daarna de detonatoren die enkele tot dan toe geheime apparaten aan boord zouden vernielen, schakelde de radio om en duwde de telegraafsleutel naar omlaag. Hij zag hoe de navigator alle kaarten en documenten in zijn tas stopte. Binnen het Squadron heerste immers heel wat discipline en de bemanningen werd op het hart gedrukt dat bij een eventueel neerstorten geen belangwekkende papieren in het vliegtuig mochten blijven. Hierna gespte Sgt Brown z'n eigen parachute om. Bij het ontsnappingsluik  duwde en trok Sgt Winterbottom aan de Australische navigator, Sgt Brandon, die met zijn hoofd en schouders vastzat in de opening. Brandon werd bevrijd, sprong nu met zijn voeten eerst, en werd kort daarop gevolgd door Sgt Winterbottom en Sgt Brown. Deze laatste zag, terwijl hij aan zijn parachute bengelde, hoe het vliegtuig tegen de grond sloeg en onmiddellijk ontplofte. Jack Winterbottom en Robert Brown landden veilig bij elkaar, een vijftal kilometer ten zuiden van Andenne. Beiden wisten te ontsnappen en zetten op 19 oktober voet op Engelse bodem. De navigator, Sgt T.S. Brandon en de boordmeccano, Sgt J. Hedge werden krijgsgevangen gneomen. De overige drie bemanningsleden kwamen om in het wrak bij Sclayn, ten westen van Andenne. Het waren Tippetts-Aylmer, de piloot, rugkoepelschutter Sgt George R. Yeates en P/O Gibbs. Zij werden aanvankelijk te Le Culot begraven. Edgar W. Gibbs, de staartschutter, kwam om het leven omdat hij zijn parachute steeds halfweg de romp plaatste. Hoewel hij klein van gestalte was, zag hij het niet zitten om met parachute in de koepel te kruipen. Het zou hem fataal worden.

Datum: 
09/09/1942
Organisaties: 
Locatie

Sclayn
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996