Een heel bizar verhaal begon die dag op Brustem/Sint-Truiden. Een van de aanvallers, Gefreiter Walter Wagner was aan z’n derde oorlogsmissie toe. De piloot, nauwelijks 19 jaar oud, scheerde over de piste toen z’n BMW-motor plots stilviel. De jongeman kon niet anders dan zijn machine meteen aan de grond te zetten, even ten zuiden van het vliegveld. Dit lukte wonderwel en Wagner ging in krijgsgevangenschap.
Net zoals elk wrak werd ook deze jager geïnspecteerd, en tot verbazing van de Amerikanen leek de machine nauwelijks beschadigd. De vogel werd gelicht, het landingsgestel terug uitgedraaid en naar de werkhallen geloodst. Deze Focke Wulf terug vliegklaar maken, leek voor de mekaniekers een koud kunstje. Na de aanval waren er immers genoeg wisselstukken voorhanden. Op bevel van hogerhand moest het Duitse camouflagepatroon en het hakenkruis overschilderd worden. De Duitse jager werd knalrood gespoten en voorzien van de Amerikaanse Stars ’n Bars (het Geschwaderkenteken van JG 4 werd netjes afgeplakt en bleef de motorkap sieren). Het toestel kreeg bij wijze van grap een Belgische registratie: “OO-L”. En op de staart verscheen als “serienummer” de memorabele datum 1-1-1945.
Het Amerikaanse opperbevel kon het enthousiasme van de piloten temperen. Niemand kreeg de toestemming om met de oorlogsbuit rond Sint-Truiden een rondje te vliegen. Er werden heel wat foto’s van genomen, die een inspiratiebron bleven voor heel wat liefhebbers van plastic-modelbouw.