Thuisbasis Fürstenau. Neergehaald op weg naar Brussel door Poolse Spitfires. Uffz Heinz Schulz stortte neer vlak voor het huis van de familie Moens in de Zwaanaardestraat nr. 21.

Ooggetuige Robert Moens werd in de jaren '90 door onderzoeker Luc Cox geïnterviewd: "Dat vliegtuig stortte hier neer omstreeks 09.45 uur. Het kwam op zeer lage hoogte aangevlogen en raakte dan op drie meter hoogte een telefoonpaal waardoor het te pletter sloeg op de rand van de straat. Als het die paal niet geraakt had was het recht ons huis binnengevlogen. Het vliegtuig explodeerde bij de impact. Het was een geweldige ontploffing waardoor delen van het toestel tot ver in het rond werden geslingerd. Munitie ontplofte naar alle kanten, lichtpatronen schoten de hoogte in. Grote stukken van de vleugels en de staart werden weggeslingerd. Een klein stuk vleugel lag  bij mijn gebuur en een groot stuk van de andere vleugel lag bij ons in de tuin, alsook de staart. Hierin waren vele gaten geschoten, een duim in doormeter. Dit deed mij veronderstellen dat het toestel letterlijk doorzeefd werd en ik geloof dan ook dat de piloot reeds gedood werd in zijn vliegtuig waarna dit stuurloos naar beneden gekomen is. De hele voortuin lag vol munitie. Een mitrailleur met nog een hele patroonband eraan was over ons huis geslingerd tot in de schouw van de buren.  Een boordkanon sloeg bij ons door het dak van de schuur. Een brandend stuk van een landingswiel sloeg door het dak van ons huis en er ontstond brand op de zolder. Gelukkig werd dit opgemerkt door enkele buren die snel binnen gekomen zijn en de brand geblust hebben door er graan op te gooien. Water was immers niet voorhanden. De voorgevel van ons huis was erg beschadigd en alle ruiten waren kapot.

Het lichaam van de piloot was door de ontploffing uit het toestel geslingerd en lag brandend op straat. Omwonenden slaagden erin dit te blussen met water uit de beek. Hiervoor hadden zij eerst wel het ijs moeten breken, het had immers flink gevroren. Hij lag op zijn buik en was zwaar verbrand. Doordat hij voorover lag was enkel de  linkerborstzak van zijn uniform nog intact. Daaruit haalde ik een wit kaartje waarop te lezen was Helmut (?) Schulze of Schultze, het midden was moeilijk te lezen, en het cijfer 19. Verder zaten er nog enkele muntstukken in. Aan zijn zijde droeg hij een dolk van ongeveer 30 cm lang (Fliegerdolch?) en aan de andere kant een pistool of revolver in een holster, dewelke echter door het vuur verteerd was. Onmiddellijk daarop kwam de Rijkswacht ter plaatse, die alle voorwerpen in beslag namen. Enkel behield ik het kaartje en de muntstukjes. Alle in het rond geslingerde wapens en munitie werden door hen verzameld en meegenomen. De motor was in de grond geslagen en werd pas een of twee jaar later door een schroothandelaar geborgen. Iemand uit het dorp, de enige die nog over een camionette beschikte, kreeg de opdracht de lijken af te voeren. Ik kende hem goed en heb hem daarbij geholpen. Schulz werd in twee balen (zakken) gewikkeld. Toen zijn wij ook die andere piloot gaan ophalen in de Nelstraat. Deze was onthoofd en lag zo'n twintig meter van zijn toestel vandaan. Ook hij werd in twee balen gerold. Daarop diende mijn kennis hen af te voeren naar de Tereken begraafplaats in Sint-Niklaas. De derde piloot, die tegen Waasmunster gevallen was, moest hij niet ophalen zodat ik vermoed dat deze mogelijk naar Lokeren is afgevoerd. Jaren geleden zou de piloot die hen afschoot, een Pool, hier in de buurt nog op zoek geweest zijn naar de crashplaatsen van zijn toenmalige slachtoffers."

Het graf van Heinz Schulz werd nooit geïdentificeerd, waardoor hij nog steeds als vermist geboekt staat.