Fw 190 Wnr 210045 bij Sinaai

Sergeant Stanislaw Breyner zag ten noorden van Lokeren nog eens twee toestellen. Nadat hij zijn leader via de radio ingelicht had, dook hij er met zijn Spitfire heen: “Wij vlogen op zowat 1200 meter, en ik ging achter die twee toestellen aan, die erg laag vlogen, in de richting van de opgaande zon. Doordat het zonlicht in mijn ogen scheen, kon ik ze moeilijk identificeren. Ik naderde tot zowat honderd meter, en toen herkende ik ze als Focke-Wulfs. Ze vlogen op zo’n zestig meter hoogte. Net op het moment dat ik wilde vuren hadden zij mij gezien. Beiden trokken zeer scherp op, en rolden vervolgens op hun rug en doken omlaag. Nog voor ze konden optrekken dook één Focke-Wulf in een gebouw en de andere in de grond. Ik denk dat beide toestellen doordat ze zo sterk optrokken, in een “stall” geraakt waren, en zo te pletter stortten.”

Inderdaad, Stanislaw Breyner behaalde zo twee overwinningen zonder één schot te lossen. Een zeer zware misrekening van beide piloten, mogelijks beïnvloed door het feit dat de zon in hun ogen scheen en dat er een lichte grondnevel was, waardoor ze niet beseften hoe laag ze wel hingen.

Beide Focke-Wulfs spatten elk in een aanpalende weide uit elkaar. Britse onderzoekers betraden de dagen nadien het veld in Sinaai, op zoek naar de wrakken van de neergestorte toestellen. Nauwkeurig onderzochten de ingenieurs de brokstukken op zoek naar technische details. Want de jachtvliegtuigen die hier neerkwamen, waren geen gewone Focke-Wulfs – het waren de nieuwste versies  met een lijnmotor, die een bedreiging vormde voor de geallieerde bommenwerpers en waarover erg weinig geweten was. Ze noteerden de serienummers van beide toestellen. Dit document belandde uiteindelijk in het Britse National Archives waar we  het consulteerden, en aan de hand van de Duitse verlieslijsten konden identificeren wie in welk toestel zat. De piloten die zich zodanig misrekenden nadat ze opgeschrikt waren door Stanislaw Breyner, waren Hauptmann Willi Bottländer, de Kapitän van de 11.Staffel van het Jagdgeschwader 54, en zijn vleugelman, Oberfeldwebel Walter Eckert.

Dan restte nog één vraag: waar vonden beide heren hun laatste rustplaats? Want volgens Duitse bronnen stonden ze nog steeds als “vermist – lot onbekend” geboekt. De meeste Duitse vliegeniers die niet van Operatie Bodenplatte terugkeerden staan nog steeds als vermist geregistreerd, wat de pijn voor de betrokken families alleen maar groter maakte.

Dankzij het speurwerk dat luchtvaartonderzoeker John Manhro in de jaren ’90 verrichte, weten we dat de lichamen van beide gesneuvelden zo’n twintigtal kilometer verder begraven werden, bij het Nederlandse Zaamslag (Terneuzen). Uiteindelijk wisten de Britten Walter Eckert te identificeren. In 1954 werd de begraafplaats ontruimd en de Duitse gesneuvelden – naast Eckert waren dat nog acht Duitse onbekende piloten – naar Ysselsteyn gerepatrieerd. Bij één van die lichamen werd een ring gevonden, met de inscriptie “M.D.1937”. John Manhro slaagde er in de weduwe van Willy Bottländer op te sporen, en het mysterie op te lossen. De dame heette Marianne Dudak, en ze was in 1937 met Willy in het huwelijk getreden… Er bleef nog één raadsel: die ring werd gevonden in het graf van Eckert, wat tot de conclusie leidt dat beide lichamen mogelijks verwisseld werden tijdens de repatriëring naar Ysselsteyn. En aangezien de Duitse Volksbund de piëteit van haar graven niet wil verstoren zonder medeweten van de betrokken familie Eckert, blijft Willy Bottländer vermist.

 

Stanislaw Breyner (° 6.10.1920) was geen lang leven beschoren. Na een landingsincident met zijn Spitfire op het vliegveld te Grimbergen op 1l februari 1945 werd hij werd in allerijl naar het 8 RAF General Hospital in Brussel gebracht waar hij zes dagen later overleed. Breyner ligt begraven op de militaire begraafplaats van Evere ( graf X.28.10)                              

Datum: 
01/01/1945
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Sinaai
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Manhro John & Pütz Ron: Bodenplatte, the Luftwaffe's last hope - Hikoki 2004
Dhanens Piet, De Decker Cynrik & Geo Antheunis: Een eeuw luchtvaart boven Gent, deel 2, 40-45, Flying Pencil 2010